Het liefst en het liefste zijn allebei correct in zinnen waarin het liefst(e) een afzonderlijk zinsdeel is. Liefst(e) is dan geen bijvoeglijk naamwoord bij een zelfstandig naamwoord, zoals in het liefste kind. Het liefst komt meer voor in geschreven taal, het liefste in gesproken taal.
- Die teddybeer is het liefst / het liefste.
- Ik vind die teddybeer het liefst / het liefste.
- Ik eet mijn steak het liefst / het liefste saignant.
- Ze drinkt het liefst / het liefste mojito’s.
Als de combinatie het liefst ‘bij voorkeur’ betekent, kan het lidwoord worden weggelaten.
- Ik eet mijn steak liefst saignant.
- Ze drinkt liefst mojito’s.