Het onbepaald voornaamwoord ieder krijgt de vorm iedere als het bij een de-woord staat.
- iedere woning, iedere jongen, iedere alinea
Bij een het-woord is ieder de correcte vorm.
- ieder huis, ieder meisje, ieder hoofdstuk
Het onbepaald voornaamwoord ieder krijgt de vorm iedere als het bij een de-woord staat.
Bij een het-woord is ieder de correcte vorm.