Gedaan met laden. U bevindt zich op: lesbisch / lesbienne Taaladviezen

lesbisch / lesbienne

Om een vrouw te benoemen die zich seksueel en/of romantisch aangetrokken voelt tot andere vrouwen, kunnen de bijvoeglijke naamwoorden lesbisch en gay, en de zelfstandige naamwoorden lesbienne en gay worden gebruikt.

Als het in een bepaalde context relevant is om de seksuele oriëntatie van een specifieke persoon te benoemen, is het aan te bevelen om aan die persoon zelf te vragen voor welke benaming die persoon een voorkeur heeft.

Als de voorkeur van de persoon in kwestie niet bekend is, of als de tekst gaat over mensen in het algemeen, kan het bijvoeglijk naamwoord lesbisch worden gebruikt om een vrouw te benoemen die zich seksueel en/of romantisch aangetrokken voelt tot andere vrouwen: zij is lesbisch; een lesbische vrouw. Ook het Engelse bijvoeglijk naamwoord gay is mogelijk: zij is gay; een gay vrouw. Gay wordt meer in Nederland gebruikt dan in België.

In de praktijk komen ook zelfstandige naamwoorden als een lesbienne en een gay voor. Het nadeel van zulke zelfstandige naamwoorden is dat ze personen lijken te reduceren tot één kenmerk, namelijk lesbisch of gay zijn. Wie dat wil vermijden, kan het best kiezen voor bijvoeglijke naamwoorden om de seksuele oriëntatie van andere mensen te benoemen.

  • Mijn zus vertelde me onlangs dat ze lesbisch is.

  • Ze ontmoeten elkaar op een bijeenkomst voor gay vrouwen.