Het zelfstandig naamwoord maat heeft in de betekenis ‘kameraad, makker’ twee correcte meervouden, maten en maats.
- Kobe gaat graag vissen met zijn maten / maats.
- Kevin zal zijn maten / maats nooit in de steek laten.
Het zelfstandig naamwoord maat heeft in de betekenis ‘kameraad, makker’ twee correcte meervouden, maten en maats.