Vervoeging:
- ik melk, jij melkt, wij melken
- ik molk / melkte, wij molken / melkten
- ik heb gemolken
Bij het werkwoord melken is in de verleden tijd zowel de regelmatige vorm als de onregelmatige vorm mogelijk: melkte / molk.
Vervoeging:
Bij het werkwoord melken is in de verleden tijd zowel de regelmatige vorm als de onregelmatige vorm mogelijk: melkte / molk.