Memo kan in het Nederlands zowel een mannelijk de-woord als een het-woord zijn. U kunt uw taalgevoel volgen, maar pas uw keuze wel consequent toe.
- Als u de memo zegt, zegt u ook die/deze memo, elke memo, onze memo en krijgt een bijvoeglijk naamwoord altijd een buigings-e: de korte memo, een korte memo, korte memo.
- Als u het memo zegt, zegt u ook dit/dat memo, elk memo, ons memo en krijgt een bijvoeglijk naamwoord geen buigings-e na bijvoorbeeld een en elk: een kort memo, elk kort memo, kort memo.