Mijn is een bezittelijk voornaamwoord. Mijn kan worden vervangen door een ander bezittelijk voornaamwoord, bijvoorbeeld door zijn.
- Waar liggen mijn sleutels? (zoals in: Waar liggen zijn sleutels?)
- Dat is mijn boek. (zoals in: Dat is zijn boek.)
Mij is een persoonlijk voornaamwoord. Mij kan worden vervangen door een ander persoonlijk voornaamwoord, bijvoorbeeld door hem.
- Heb je mij al uitgenodigd voor je feestje? (zoals in: Heb je hem al uitgenodigd voor je feestje?)
- Beweer je dat je je fiets aan mij hebt uitgeleend? (zoals in: Beweer je dat je je fiets aan hem hebt uitgeleend?)
- Sprak ze met mij of met iemand anders? (zoals in: Sprak ze met hem of met iemand anders?)