In combinaties waarin niet door een zelfstandig naamwoord gevolgd wordt, staat een koppelteken. Het zijn samenstellingen met een bijzondere voorbepaling.
- niet-Europeaan, niet-roker, niet-leden, niet-naleving
In combinaties van niet met een bijvoeglijk naamwoord of een deelwoord schrijven we een koppelteken als we ze als één woord aanvoelen. Dat doen we vooral als zo'n combinatie vóór een zelfstandig naamwoord staat. Zulke vaste combinaties staan meestal ook in de woordenboeken. Los schrijven is in zulke gevallen ook correct.
- niet-geslaagde kandidaten
- een niet-officieel statement
- niet-westerse culturen
Als er nog andere bepalende elementen in hetzelfde zinsdeel staan, zoals nog, echt, helemaal, is alleen los schrijven correct.
- de nog niet geslaagde kandidaten
- een helemaal niet officieel statement
Als een combinatie van niet met een bijvoeglijk naamwoord als naamwoordelijk deel bij bijvoorbeeld zijn staat, wordt het gewoonlijk los geschreven van niet. Er komt dan alleen een koppelteken als het om een vaste eenheid gaat waarmee een categorie van zaken of personen aangeduid wordt.
- Die kandidaten zijn niet geslaagd.
- Dat statement was niet officieel.
- Drie deelnemers blijken niet geregistreerd te zijn.
- 20% is niet-westers.
- Al onze dranken zijn niet-alcoholisch.