Het gebruik van het woord objectief in de betekenis ‘doel, doelstelling’ is geen standaardtaal. Om datgene te benoemen waarnaar gestreefd wordt, zijn in de standaardtaal de woorden doel, doelstelling, oogmerk, bedoeling, doelwit en doeleinde gangbaar. Ook streven en beleid worden in die betekenis gebruikt.
- De doelstelling van de vereniging was niet erg ambitieus.
- Het oogmerk van die milieuvereniging is gericht op de bescherming van de loofbossen.
- Het streven van de partij was te idealistisch om veel kiezers te winnen.
Objectief is standaardtaal in de betekenis ‘lens of lenzenstelsel van een fototoestel, camera, microscoop enzovoort'.
- Een telescoop van goede kwaliteit herken je aan het objectief.
Objectief is ook standaardtaal als het als bijvoeglijk naamwoord of bijwoord gebruikt wordt, met als betekenis ‘niet subjectief'.
- De informatie op de website is objectief en betrouwbaar.
- Als je dat programma objectief bekijkt, zul je inzien dat het inhoudsloos is.