Zich omkleden en zich verkleden zijn allebei standaardtaal in het hele taalgebied in de betekenis ‘andere kleren aandoen'. In België is zich omkleden gebruikelijker dan zich verkleden.
- Ik wil me nog graag omkleden / verkleden voor ik naar het feest ga.
- Als hij in de tuin gaat werken, kleedt hij zich om / verkleedt hij zich.
Zich verkleden is ook standaardtaal in het hele taalgebied in de betekenis ‘zich vermommen als, zich kostumeren als'.
- Met carnaval heeft mijn zoon zich verkleed als tijger.
- Haar dochter verkleedt zich graag als prinses.