Vervoeging:
- ik hef op, jij heft op, hij heft op (zoals ik til op, jij tilt op, hij tilt op)
bij inversie: wat hef ik op, wat heft je broer op, wat heft hij op (zoals til ik op, wat tilt je broer op, tilt hij op
bij inversie met je/jij als onderwerp: wat hef jij op, wat hef je zoal op (zoals wat til jij op, wat til je zoal op) - ... dat ik ophef, jij opheft, wij opheffen
- gebiedende wijs: hef het hoofd op (zoals til de gewichten op)
- ik hief op, wij hieven op
- ... dat ik ophief, wij ophieven
- ik heb opgeheven
- het opgeheven hoofd, de opgeheven belastingen
De verleden tijd hefte op* en de voltooide deelwoorden opgeheft* en opgehoffen* zijn geen standaardtaal.