Portier kan zowel een de-woord als een het-woord zijn, maar er is een verschil in betekenis.

Portier is een de-woord in de betekenis ‘persoon die toezicht houdt bij de toegangsdeur van een gebouw', met als meervoud portiers.

• De portier hield hem tegen toen hij probeerde stiekem binnen te glippen.
• Aan de ingang van het luxehotel staan twee portiers om de gasten welkom te heten.

Portier is een het-woord in de betekenis ‘deur van een auto of ander vervoermiddel', met als meervoud portieren.

• Gisteren zat ik weer eens met mijn vinger tussen het portier.
• Mijn oude autootje heeft maar twee portieren.