Het gebruikelijke bijvoeglijk naamwoord dat van het zelfstandig naamwoord protestant is afgeleid, is protestants. Bijvoorbeeld: een protestantse kerk, het protestantse geloof, hij is van huis uit protestants.
Daarnaast komt ook de vorm zonder -s (protestant) voor als bijvoeglijk naamwoord: de protestante gemeenschap, een protestante eredienst. Die vorm is ook wel correct, maar veel minder gebruikelijk dan protestants.