In de standaardtaal heeft punctueel de betekenis ‘stipt, nauwkeurig'.
- Steven zal de planning punctueel volgen.
In het Belgische sociaal-politieke jargon komt punctueel ook voor in de betekenis ‘gericht, beperkt, individueel, voor één probleem', zoals in punctuele ontslagen en punctuele acties. Dat gebruik is geen standaardtaal.