De trappen van vergelijking zijn de vormen van bijvoeglijke naamwoorden en sommige bijwoorden die aangeven in welke mate de door het bijvoeglijke naamwoord uitgedrukte eigenschap of toestand vergelijkbaar is met een ander geval: in gelijke mate, in hogere mate of in de hoogste mate. Er zijn drie trappen van vergelijking: de stellende trap (positief), de vergrotende trap (comparatief) en de overtreffende trap (superlatief).

De stellende trap is gelijk aan de basisvorm van een bijvoeglijk naamwoord; de vergrotende trap wordt gevormd met het achtervoegsel -er; de overtreffende trap met het achtervoegsel -st.

• groot - groter - grootst
• actief - actiever - actiefst

In een enkel geval zijn er afwijkende vormen voor de vergrotende en de overtreffende trap. Soms is het nodig om een omschrijving met meer of meest te gebruiken.

• goed - beter - best
• logisch - logischer - meest logisch
• bruusk - bruusker - meest bruusk
• begaan - meer begaan - meest begaan