Uit naam van en in (de) naam van betekenen allebei ‘namens, vanwege, in opdracht van’. In (de) naam van heeft soms de wat dwingendere betekenis ‘op gezag van, als vertegenwoordiger of spreekbuis van’.

• Ik wil u uit naam van de directeur hartelijk danken.
• Ze feliciteerde hem uit ons aller naam.
• Uit naam van al mijn collega’s wil ik protesteren tegen deze beslissing.
• Ik arresteer u in naam der wet!
• In de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest
• De rechter spreekt in naam van de koning.