Gedaan met laden. U bevindt zich op: uitbaten / exploiteren / runnen Taaladviezen

uitbaten / exploiteren / runnen

De werkwoorden uitbaten, exploiteren en runnen zijn standaardtaal in het hele taalgebied. Ze hebben alle drie de betekenis ‘een zaak winstgevend (proberen te) maken’. Uitbaten wordt vaker in België dan in Nederland gebruikt.

  • De lokale garage wordt uitgebaat / geëxploiteerd / gerund door de kleinzoon van de oprichter.
  • Een restaurant uitbaten / exploiteren / runnen is niet zo vanzelfsprekend.
  • De voedingswinkel die mijn vriendin uitbaat / exploiteert / runt, is gespecialiseerd in Italiaanse producten.