Verhelpen is een overgankelijk werkwoord. Er staat een lijdend voorwerp bij, zonder het voorzetsel aan.

• Na ruim twaalf uur was de storing verholpen.
• Het bedrijf moest nieuwe krachtige servers aanschaffen om de ergste vertragingen op het net te verhelpen.
• De verticale lijnen in tabellen of grafieken worden niet helemaal recht afgedrukt. Hoe kan ik dat verhelpen?

Als verhelpen met iets, niets, weinig of veel gecombineerd wordt, is het voorzetsel aan wel correct.

• Ook de directie kan er niets aan verhelpen.
• Ik kan er niets aan verhelpen dat het weer gebeurt.
• Positieve discriminatie kan daar weinig aan verhelpen.
• Ook een arts kan daar niet veel aan verhelpen.

In België komt ook weleens de combinatie er niet aan kunnen verhelpen (dat) voor. Die combinatie is geen standaardtaal.