Vervoeging:
- ik vind, jij vindt, u vindt, hij vindt, wij vinden
bij inversie: vind ik, vindt u, wat vindt je broer, vindt hij
bij inversie met je/jij als onderwerp: wat vind je leuk, wat vind jij - gebiedende wijs: vind maar eens een goed voorbeeld
- ik vond, jij vond, u vond, hij vond, wij vonden
- ik heb gevonden
- de gevonden exemplaren
Er is een eenvoudig trucje om te achterhalen of u in de tegenwoordige tijd -d of -dt moet schrijven: vergelijk het werkwoord waarover u twijfelt met een werkwoord waarvan de stam niet op een -d eindigt – bijvoorbeeld lopen, denken of zoeken – en spel het op dezelfde manier.
- ik vind, zoals ik denk
- je/jij vindt, zoals je/jij denkt
- vind je/jij, zoals denk je/jij
- wat vindt je vader daarvan, zoals wat denkt je vader daarvan
- u vindt, zoals u denkt
- vindt u, zoals denkt u
- hij vindt, zoals hij denkt
- vindt hij, zoals denkt hij
- vind maar eens een goed voorbeeld, zoals zoek maar eens een goed voorbeeld