Gedaan met laden. U bevindt zich op: vlakbij / vlak bij Taaladviezen

vlakbij / vlak bij

Als vlak bij gevolgd wordt door een zelfstandig naamwoord of een persoonlijk voornaamwoord, schrijven we de combinatie in twee woorden. Bij is dan een voorzetsel en vlak een bijwoord dat als specificatie bij de woordgroep (bijvoorbeeld bij de kast, bij jou) staat.

  • De vaas staat vlak bij de kast.
  • De trein was geblokkeerd vlak bij Mechelen.
  • Het rapport ligt vlak bij hem.

    Als vlak bij niet met een zelfstandig naamwoord of een persoonlijk voornaamwoord gecombineerd wordt, schrijven we de combinatie in één woord. Vlakbij is dan een bijwoord van plaats, dat op zichzelf een zinsdeel vormt.

    • De vaas staat er vlakbij.
    • De vaas staat daar vlakbij.
    • De trein was vlakbij geblokkeerd.
    • Het rapport ligt vlakbij.