Gedaan met laden. U bevindt zich op: voornaamwoord (taalkundige term) Taaladviezen

voornaamwoord (taalkundige term)

synoniem = pronomen (meervoud pronomina)

De voornaamwoorden zijn een moeilijk te definiëren woordsoort omdat er veel verschillende soorten voornaamwoorden zijn. Een gemeenschappelijk kenmerk van heel wat voornaamwoorden is dat ze een verwijzende functie hebben. Een voornaamwoord kan verwijzen naar iets of iemand in de werkelijkheid of kan binnen een tekst verwijzen naar iets wat in de zin zelf, in een vorige zin of een volgende zin wordt genoemd.

  • (Iemand wijst naar een voorwerp en zegt:) Is dat van mij? (het aanwijzend voornaamwoord dat verwijst naar een voorwerp in de werkelijkheid en het persoonlijk voornaamwoord mij verwijst naar de persoon die spreekt)
  • De boeken liggen daar. Ze zijn al gekaft. (het persoonlijk voornaamwoord ze verwijst naar de boeken in de eerste zin)

Voornaamwoorden worden meestal in de volgende categorieën onderverdeeld.

  • aanwijzend voornaamwoord: bijvoorbeeld dit, dat, deze, die, diegene, zo'n, zulk(e)
  • betrekkelijk voornaamwoord: bijvoorbeeld dat in het boek dat daar ligt, die in de boeken die daar liggen, wat in iets wat ik niet begrijp
  • bezittelijk voornaamwoord: bijvoorbeeld mijn, jouw, je, uw, zijn, haar, ons, onze, jullie, hun
  • onbepaald voornaamwoord: bijvoorbeeld ieder, iedereen, alles, iets, iemand, niemand, elk, al(le)
  • persoonlijk voornaamwoord: bijvoorbeeld ik, je, jij, u, hij, zij, ze, het, wij, we, mij, me, jou, hem, haar, ons, jullie, hen, hun
  • uitroepend voornaamwoord: bijvoorbeeld wat in wat een mooi schilderij!
  • vragend voornaamwoord: bijvoorbeeld wat, wie, welk(e)
  • wederkerend voornaamwoord: bijvoorbeeld me(zelf), je(zelf), u(zelf), zich(zelf), ons(zelf)
  • wederkerig voornaamwoord: bijvoorbeeld elkaar, mekaar