Gedaan met laden. U bevindt zich op: weekend / weekeind / weekeinde Taaladviezen

weekend / weekeind / weekeinde

Het woord weekend (uitgesproken als [wiekent]) is overgenomen uit het Engels en al een hele tijd ingeburgerd in de Nederlandse taal. Het verwijst naar de periode van vrijdagavond tot maandagmorgen waarin men vrij is van school of werk.

In die betekenis kunnen ook de Nederlandse vormen weekeinde en weekeind gebruikt worden. Die laatste twee vormen, en dan in het bijzonder weekeind, zijn minder gebruikelijk dan weekend.

  • Dit weekend / weekeinde gaan we met de hele familie naar de Ardennen.
  • Het restaurant is alleen open tijdens het weekend / weekeind.

In samenstellingen wordt hoofdzakelijk weekend gebruikt. Voorbeelden zijn weekendarrangement, weekendeditie, weekendtas, weekenduitstap, weekendwerk.