Gedaan met laden. U bevindt zich op: zijn (vervoegen) Taaladviezen

zijn (vervoegen)

Vervoeging van het werkwoord zijn:

  • ik ben, jij/u bent, hij is, wij zijn
    bij inversie: ben ik, ben jij, bent u, is hij, wie is je broer
  • gebiedende wijs: wees er vlug bij
  • ik was, jij/u was, hij was, wij waren
  • ik ben geweest