In de meeste gevallen is het aan te bevelen om na zoals de vorm jij te gebruiken, omdat de zin een onderwerpsvorm vereist. U kunt die vorm vinden door in constructies van het type doen zoals de zin aan te vullen met een werkwoordsvorm. In constructies van het type iemand zoals kunt u de vergelijking parafraseren met het koppelwerkwoord zijn. Constructies als Hij wil een actrice zoals jou komen in de praktijk geregeld voor, maar zijn niet algemeen aanvaard.

• Hij doet tenminste niet zoals jij! (= zoals jij doet)
• Kris zingt niet zoals jij. (= zoals jij zingt)
• Hij wil een actrice zoals jij. (= een actrice zoals jij er een bent)
• Hij zou het aan iemand zoals jij moeten tonen. (= iemand zoals jij bent)
• Ik ben op zoek naar iemand zoals jij. (= iemand zoals jij bent)

In sommige gevallen is zowel jij als jou mogelijk na zoals, maar dan is er een betekenisverschil. Als het voornaamwoord de functie van onderwerp vervult, is jij de correcte vorm. Als het om een lijdend of meewerkend voorwerp gaat, is jou correct. Die dubbele analyse is bijvoorbeeld mogelijk bij werkwoorden die een oordeel of waardering uitdrukken (zoals vinden, appreciëren, achten) en in zinnen met een meewerkend voorwerp.

• Hij apprecieert mij niet zoals jij. (= zoals jij mij apprecieert)
• Hij apprecieert mij niet zoals jou. (= zoals hij jou apprecieert)
• Hij gaf mij positieve feedback, net zoals jij. (= zoals jij aan mij positieve feedback gaf)
• Hij gaf mij positieve feedback, net zoals jou. (= zoals hij aan jou positieve feedback gaf)