Deel VII. De verloning
Titel 1. Het salaris
Titel 1 bevat Art. VII 1 tot en met Art. VII 13
Hoofdstuk 1. De bepaling van het salaris tegen 100%
Hoofdstuk 1 bevat Art. VII 1 tot en met Art. VII 5bis. [2]
Art. VII 1
§ 1. De ambtenaar wordt bezoldigd in de salarisschaal zoals bepaald in artikel VII 12 en ontvangt het salaris dat overeenstemt met het aantal jaren geldelijke anciënniteit.
§ 2. Het contractuele personeelslid geniet de beginsalarisschaal van de ambtenaar met dezelfde of een gelijkwaardige betrekking, tenzij reglementair anders is bepaald.
§ 3. De geldelijke regeling van de onderstaande contractuele personeelsleden wordt bij de aanwerving vastgesteld door de Vlaamse minister, bevoegd voor de bestuurszaken, in overleg met de functionele minister(s):
1° | een contractueel personeelslid dat in het kader van de tijdelijke en uitzonderlijke personeelsbehoeften, een betrekking uitoefent die niet vergelijkbaar is met andere statutaire en contractuele functies, en waarvan de geldelijke regeling niet reglementair is vastgesteld; | |
2° | een contractueel personeelslid met een hooggekwalificeerde betrekking, met uitzondering van de N-functies en de functies van algemeen directeur, die bij arbeidsovereenkomst worden uitgeoefend. | |
3° | een contractueel personeelslid dat een van de volgende bijkomende of specifieke opdrachten uitoefent: | |
a) | Vlaams bouwmeester[28]; | |
b) | programmamanager financieel hervormingstraject bij het Departement Financiën en Begroting; | |
c) | projectmanager Vlaams Fiscaal Platform bij het Departement Financiën en Begroting; | |
d) | projectmanager migratie gewestbelastingen bij het intern verzelfstandigd agentschap Vlaamse Belastingdienst; | |
e) | ICT-manager bij de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding.[6] |
§ 4. De arbeidsvoorwaarden en de geldelijke voorwaarden van de contractuele personeelsleden die in dienst zijn genomen ter ondersteuning van het personeel dat Vlaanderen in het buitenland vertegenwoordigt, worden bepaald door het hoofd van de entiteit, raad of instelling.[2]
Art. VII 2
§ 1. Voor de vaststelling van de geldelijke anciënniteit bij aanwerving en het opnemen van een nieuwe functie valoriseert de benoemende of indienstnemende overheid de ervaring uit de publieke sector, als begunstigde van een beurs bij een erkende onderwijsinstelling of openbare instelling, en de functierelevante ervaring uit de private sector of als zelfstandige.[39]
Voor de N-functies doet de opdrachtgever de valorisatie.[60]
De lijnmanager van het Agentschap Overheidspersoneel beslist over het openbare karakter van de diensten of instellingen uit de publieke sector.[39]
§ 2. De perioden van afwezigheid die overeenkomstig de in de betrokken dienst of instelling geldende regeling gelijkgesteld worden met dienstactiviteit, worden gelijkgesteld met ervaring als vermeld in paragraaf 1, eerste lid.[39]
§ 3. Voor de valorisatie van ervaring uit de private sector of als zelfstandige:
1° worden de volgende gebeurtenissen gelijkgesteld met aanwerving als vermeld in paragraaf 1, eerste lid:
- a) het personeelslid verandert van hoedanigheid binnen dezelfde entiteit;
- b) de arbeidsovereenkomst van het contractuele personeelslid wordt aangepast, op voorwaarde dat die contractwijziging via een objectieve selectie wordt doorgevoerd;
2° komt voor de loodsen, de speciaal assistent met de functie van matroos of de functie van stoker, de schipper met de functie van bootsman of de functie van schipper, de motorist, de scheepstechnicus en de hoofdscheepstechnicus alleen de vaartijd die verworven is nadat het vereiste basisdiploma behaald is, voor valorisatie in aanmerking.[39]
§ 4. Prestaties in een onderwijsinstelling als vermeld in artikel VI 30ter, 3°, worden gevalideerd aan de hand van een attest, afgeleverd door het Departement Onderwijs en Vorming of door de desbetreffende onderwijsinstelling. Alleen de prestaties die verricht zijn als titularis van een bezoldigd ambt of die betaald zijn met een weddetoelage komen in aanmerking.[39]
De prestaties, vermeld op het attest, vermeld in het eerste lid, die in tienden zijn betaald, worden in aanmerking genomen volgens de volgende formule: het aantal dagen van een periode van prestaties wordt vermenigvuldigd met 1,2 en vervolgens gedeeld door 30. Het quotiënt, zonder rekening te houden met de cijfers na de komma, bepaalt het aantal maanden.[39]
§ 5. Bij het opnemen van een nieuwe functie als vermeld in paragraaf 1, behoudt het personeelslid ten minste de ervaring uit de private sector of als zelfstandige die op dat ogenblik al gevaloriseerd is.[39]
Art. VII 2ter
§ 1. De diensten die in aanmerking komen, worden berekend per kalendermaand.[39]
De duur van de gevaloriseerde prestaties in zowel de publieke als de private sector mag nooit meer bedragen dan de werkelijke duur van de gepresteerde diensten.[39]
§ 2. In afwijking van paragraaf 1 komen de gepresteerde onvolledige kalendermaanden toch in aanmerking als de begindatum van de tewerkstelling vóór of op de 15de van de maand valt of als de einddatum op of na de 15de van de maand valt.[39]
Art. VII 2quater
Voor het personeelslid dat bevorderd is tot niveau A, wordt de geldelijke anciënniteit aangerekend vanaf de leeftijd van 23 jaar.[39]
Art. VII 2quinquies
Met behoud van de toepassing van artikel VII 2 tot en met artikel VII 2quater komen voor de geldelijke anciënniteit van een lid van het wetenschappelijk personeel ook de volgende opdrachten, prestaties en activiteiten in aanmerking:
1° een opdracht in het belang van het hoger onderwijs of van de wetenschap zonder salaris of in non-activiteit;
2° prestaties als lid van het onderwijzend of wetenschappelijk personeel, met inbegrip van de vrijwillige assistenten, van een Belgische universiteit of van een daarmee wettelijk gelijkgestelde instelling of van een buitenlandse universiteit, waarvan de diploma’s als gelijkwaardig erkend worden;
3° de wetenschappelijke activiteiten van het personeelslid, als begunstigde van een bezoldiging, toelage of beurs die toegekend is door:
- a) een staat waarmee België, een gemeenschap of een gewest een cultureel, wetenschappelijk of technologisch akkoord of een culturele, wetenschappelijke of technologische overeenkomst heeft gesloten, in het kader van dat akkoord of die overeenkomst;
- b) de instellingen voor wetenschappelijk onderzoek die erkend zijn door de Vlaamse Regering;
4° de wetenschappelijke activiteiten bij een erkende wetenschappelijke instelling.[39]
De lijnmanager van het Departement Economie, Wetenschap en Innovatie kan ook de wetenschappelijke activiteiten van het wetenschappelijk personeelslid bij andere instellingen dan de instellingen, vermeld in het eerste lid, 3° en 4°, valoriseren.[39]
Art. VII 2sexies
De deeltijdse prestaties die binnen de openbare dienst verplicht zijn in het kader van de stages van jongeren, komen met ingang van 1 januari 2007 in aanmerking voor de berekening van het salaris.[39]
De onvolledige prestaties tegen 80% die conform het koninklijk besluit nr. 259 van 31 december 1983 betreffende de duur der prestaties van de personeelsleden tijdens het eerste jaar van de indiensttreding als volledige prestaties beschouwd zijn, komen in aanmerking voor de berekening van het salaris.[39]
Art. VII 2septies
§ 1. Om de functie van leertrajectbegeleider te kunnen uitoefenen, is
twee jaar nuttige praktijkervaring vereist.
§ 2. De volgende ervaring wordt als nuttige praktijkervaring als vermeld in paragraaf 1,
aanvaard:
1° de voltijdse of deeltijdse praktijkervaring als lesgever van bepaalde of onbepaalde
duur of als leertijdverantwoordelijke in de centra voor vorming van zelfstandigen
en kleine en middelgrote ondernemingen, vermeld in artikel 26/2, §1, 1° van het
decreet van 16 maart 2012 betreffende het economisch ondersteuningsbeleid;
2° de voltijdse of deeltijdse praktijkervaring als bediende op een leersecretariaat;
3° de voltijdse of deeltijdse praktijkervaring in jongerenwerking;
4° de voltijdse of deeltijdse praktijkervaring met school- en loopbaanbegeleiding;
5° de combinatie van de bovenvermelde categorieën als ze samen een voltijdse
ervaring vormen.
In het eerste lid wordt verstaan onder voltijds:
1° 720 uur per jaar voor een lesgever bepaalde duur in de centra voor vorming van
zelfstandigen en kleine en middelgrote ondernemingen;
2° 1080 uur per jaar voor een lesgever onbepaalde duur in de centra voor vorming
van zelfstandigen en kleine en middelgrote ondernemingen;
3° 38 uur per week voor leertijdverantwoordelijke in de centra voor vorming van
zelfstandigen en kleine en middelgrote ondernemingen;
4° 38 uur per week voor een bediende op een leersecretariaat;
5° 38 uur per week voor jongerenwerking;
6° 38 uur per week voor school- en loopbaanbegeleiding.
§ 3. Om de salarisverhogingen voor de leertrajectbegeleider toe te kennen, kunnen de
voorgaande deeltijdse prestaties die verricht worden als lesgever in verschillende centra
voor vorming van zelfstandigen en kleine en middelgrote ondernemingen worden
samengeteld.[56]
Art. VII 3
§ 1. Een ambtenaar die bevorderd wordt in graad of salarisschaal heeft nooit een lager salaris dan hij in zijn vorige graad of salarisschaal zou hebben genoten volgens de regeling die van toepassing is op de datum van de bevordering.
§ 2. Het personeelslid dat wordt herplaatst, overgeplaatst, een specifieke graadverandering krijgt of wordt teruggezet in graad, wordt ingeschaald conform artikel VI 14, VI 25, VI 26, VI 59 en VI 66.[32]
§ 3. Als aan het bekleden van een bepaalde functie een hogere salarisschaal verbonden is, dan verliest de ambtenaar het recht op die salarisschaal in geval van wijziging van dienstaanwijzing.[2]
Art. VII 4
Voor een ambtenaar die een onvoldoende als functioneringsevaluatie heeft gekregen, wordt de eerstvolgende periodieke salarisverhoging gedurende zes maanden uitgesteld.[2]
Art. VII 5
§ 1. Als het salaris, verhoogd met de haard- of standplaatstoelage, van een ambtenaar van 21 jaar lager is dan 13.749,00[12][76] euro (100%), wordt het verschil toegekend in de vorm van een bijslag op het salaris.
§ 2. Als het salaris voor volledige prestaties, verhoogd met de haard- of standplaatstoelage, van een contractueel die 21 jaar oud is, lager is dan 12.977,66[12][76] euro (100%), wordt het verschil toegekend in de vorm van een bijslag op het salaris.
§ 3. Voor het bepalen van de leeftijd van het personeelslid wordt de verjaardag die niet op de eerste van de maand valt, steeds verschoven naar de eerste van de volgende maand.[2]
Art. VII 5bis
Voor de berekening van de verbrekingsvergoeding vermeld in artikel XI 6 en XI 8bis, wordt het bruto weeksalaris bekomen door het bruto maandsalaris te delen door dertien en te vermenigvuldigen met drie.[44]
Hoofdstuk 2. De verrekening van onbezoldigde afwezigheden
Hoofdstuk 2 [2] bevat Art. VII 6 tot en met Art. VII 8.
Art. VII 6
§ 1. Als het maandsalaris niet volledig verschuldigd is, wordt het bedrag van het maandloon berekend volgens de volgende formule:
M= VW/PW X n% x NM
Daarbij geldt:
M | = het te betalen maandloon (100%) |
VW | = het aantal gepresteerde werkdagen of daarmee gelijkgestelde dagen krachtens § 3 van dit artikel; |
PW | = het aantal te presteren werkdagen op basis van het werkrooster van het personeelslid; |
n% | = het percentage waaraan het personeelslid prestaties verricht; |
NM | = het normale maandsalaris (100%) = het jaarsalaris/12 (100% en voor voltijdse prestaties). |
In geval van combinatie van verlof voor deeltijdse prestaties en andere onbezoldigde afwezigheden, geldt in afwijking van het eerste lid, voor de personeelsleden met de graad van loods, operationele functie:
VW | = het normaal aantal beschikbaarheidsdagen op jaarbasis volgens zijn prestatieregime gedeeld door 12, verminderd met het aantal dagen onbetaalde afwezigheden; | |
PW | = het normaal aantal beschikbaarheidsdagen op jaarbasis volgens zijn prestatieregime gedeeld door 12. | [35] |
§ 2. Het personeelslid dat afwezig is als gevolg van verlof voor deeltijdse prestaties ontvangt een salarisbonus berekend overeenkomstig paragraaf 2bis als aan één van de volgende voorwaarden voldaan is:
1° het personeelslid heeft de leeftijd van 60 jaar bereikt;
2° het personeelslid heeft een kind ten laste dat recht geeft op bijkomende kinderbijslag wegens zijn aandoening of handicap;
3° het personeelslid heeft als éénouder gezin ten minste één kind jonger dan vijftien jaar ten laste;
4° het personeelslid verstrekt mantelzorg aan een inwonend gezins- of familielid in de eerste of tweede graad.
In de gevallen vermeld onder punt 2°, 3° en 4° wordt de salarisbonus gedurende een periode van maximaal 5 jaar toegekend.[37]
§ 2bis. Als het salaris van het in de paragraaf 2 vermelde personeelslid minder dan 35.250[76] euro (à 100%) bedraagt, ontvangt hij het salaris dat verschuldigd is voor het verlof voor deeltijdse prestaties zoals bepaald in paragraaf 1, vermenigvuldigd met het quotiënt van de volgende deling:
de deeltijdse prestaties in % + 20% van het deeltijds niet-gepresteerde deel in %
de deeltijdse prestaties in %[37]
Als het salaris van het in de paragraaf 2 vermelde personeelslid minder dan 37.250[76] euro (à 100%), maar meer dan 35.250[76] euro (à 100%) bedraagt, bedraagt het in het eerste lid vermelde percentage van het deeltijds niet-gepresteerde deel 15%.[37]
Het quotiënt wordt berekend tot op vier decimalen.[37]
Voor de toepassing van het eerste en tweede lid wordt onder salaris verstaan, het jaarsalaris vermeerderd met de maandelijkse betaalde toelagen, met uitzondering van de toelage voor prestaties buiten de normale arbeidstijdregeling, de gevarentoelage, de permanentietoelage en de toelage voor ploegenarbeid.[37]
§ 2ter. Voor de ambtenaar die erkend is als een persoon met een chronische ziekte of handicap, en door de arbeidsarts [53] werd toegelaten tot de deeltijdse prestaties wegens handicap of chronische ziekte vermeld in artikel X 27bis, bedraagt het in paragraaf 2bis, eerste lid, vermelde percentage van het deeltijds niet-gepresteerde deel 30%.[37]
Het salarisplafond vermeld in paragraaf 2bis, eerste en tweede lid is niet van toepassing.[37]
§ 3. De afwezigheidsdagen waarop volgens deel X het salaris wordt doorbetaald, worden met gepresteerde werkdagen gelijkgesteld, onverminderd artikel VIII 3 en VIII 4 en artikel IX 4.
§ 4. Voor het contractuele schoonmaak- en cateringpersoneel met wisselende prestaties wordt het maandsalaris berekend aan de hand van de volgende breuk:
aantal uren werkelijke prestaties op een jaar[2]
1976
§ 5. In afwijking van paragraaf 1 ontvangen de personeelsleden met de graad van loods, functie operationele loods, het volledige salaris als zij ten vroegste vanaf de leeftijd van 58 jaar tot aan hun pensionering zijn ingeschakeld in de voor hen specifiek uitgewerkte dienst- en beurtregeling van “vijf dagen op – zes dagen af”.[35]
Art. VII 7
Als een ambtenaar overlijdt wordt het volledige maandsalaris betaald aan zijn rechthebbende(n).[12]
Art. VII 8
Het contractuele personeelslid dat als arbeider in dienst werd genomen en arbeidsongeschikt is wegens ziekte of ongeval van gemeen recht, heeft na het verstrijken van de periode waarin het loon volledig is gewaarborgd, recht op aanvullend loon volgens de regeling die geldt in de privésector.
Voor een contractueel personeelslid [34] dat als bediende wordt tewerkgesteld op basis van een arbeidsovereenkomst voor een bepaalde duur van minder dan 3 maanden of voor een welomschreven werk dat normaal een tewerkstelling vergt van minder dan 3 maanden, geldt voor het aanvullend loon dezelfde regeling als voor een contractueel personeelslid met de hoedanigheid van arbeider.[2]
3e lid - opgeheven[44]
Het contractuele personeelslid behoudt het recht op bezoldiging voor de feestdagen en vervangende vakantiedagen vermeld in artikel X 11, §2, eerste lid[44] die vallen in een periode van 30 dagen die volgt op de aanvang van de schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst die het gevolg is van een:
a) | een ziekte of ongeval; |
b) | een arbeidsongeval of een beroepsziekte die een algehele arbeidsongeschiktheid meebrengt; |
c) | een periode van moederschapsrust.[9] |
Hoofdstuk 3. De betaling van het maandsalaris
Hoofdstuk 3 [2] bevat Art. VII 9 tot en met Art. VII 13.
Art. VII 9
Het salaris volgt de evolutie van het gezondheidsindexcijfer overeenkomstig de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het rijk worden gekoppeld, zoals gewijzigd door het koninklijk besluit nr. 178 van 30 december 1982 en onverminderd artikel 2 van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van ‘s lands concurrentievermogen.
Het salaris tegen 100% wordt gekoppeld aan het spilindexcijfer 138,01.[2]
Art. VII 11
§ 1. Als bij de indiensttreding niet onmiddellijk het juiste maandsalaris kan worden betaald, wordt als voorschot het beginsalaris betaald. Als het personeelslid op de laatste werkdag van de maand van de indiensttreding nog geen voorschot ontvangen heeft, ontvangt hij van rechtswege nalatigheidsintresten, berekend op het beginsalaris met ingang van het tijdstip waarop het eisbaar wordt.[34]
§ 2. Als een personeelslid het vakantieverlof waarop hij recht heeft, niet heeft opgenomen vóór het einde van de arbeidsrelatie bij de diensten van de Vlaamse overheid, worden die vakantiedagen uitbetaald.
In afwijking van het eerste lid, gebeurt bij pensionering een uitbetaling van de niet-opgenomen vakantiedagen, in volgende gevallen:
1° op verzoek van het personeelslid, mits voorafgaandelijk akkoord van de lijnmanager.
Voor de management- en projectleidersfuncties van N-niveau, de algemeen directeur en het hoofd van het secretariaatspersoneel van een strategische adviesraad geeft de opdrachtgever zijn voorafgaandelijk akkoord.
2° indien het personeelslid zijn vakantiedagen niet heeft kunnen opnemen omwille van dienstbelang;
3° Indien het personeelslid zijn vakantiedagen niet heeft kunnen opnemen wegens ziekte of arbeidsongeval.
In geval van overlijden van het personeelslid worden de niet-opgenomen vakantiedagen uitbetaald aan de erfgenamen.[6][76]
In geval van overlijden van het personeelslid worden de niet-opgenomen vakantieverlofdagen uitbetaald aan de erfgenamen.[6]
§ 3. Voor de toepassing van § 2 is het salaris dat in aanmerking moet worden genomen voor de uitbetaling, die voor volledige prestaties, eventueel aangevuld met de haard- en standplaatstoelage en de toelage voor tijdelijke functieverzwaring[34].[2]
Art. VII 12
§ 1. Aan de hieronder vermelde graden worden de salarisschalen verbonden die overeenkomen met de lettercijfercode die ernaast vermeld worden. De salarisschalen zijn opgenomen als bijlage 5 bij dit besluit.
1° | Algemeen personeel | |
---|---|---|
Secretaris-generaal (mandaat) | A311 | |
Administrateur-generaal (mandaat) | A311 | |
Gedelegeerd bestuurder (mandaat) | A311 | |
Projectleider N-niveau (mandaat) | A311 | |
Directeur-generaal (terugvalgraad) | A311[11] | |
Hoofd van het secretariaatspersoneel van een strategische adviesraad | A311 | |
of | A286 | |
of | A285 | |
en na 6 jaar effectieve prestaties | A286 | |
Algemeen directeur (mandaat) | A288 | |
Adjunct-directeur-generaal (terugvalgraad) | A288[11] | |
Afdelingshoofd (mandaat) | A285 | |
na zes jaar schaalanciënniteit in A285[18] | A286 | |
Projectleider N-1 (mandaat) | A285 | |
na zes jaar schaalanciënniteit in A285[18] | A286 | |
Hoofdstatisticus | A285[32] | |
na zes jaar schaalanciënniteit in A285 | A286[32] | |
Contractbeheerder, coördinator IT-relatiebeheer en strategiebeheerder (mandaat) | A286 | |
Beheerder interne IT-dienstverlening (mandaat) | A285 | |
Preventieadviseur-coördinator (mandaat) | A287 | |
Financieel-administratief beheerder (mandaat) | A284 | |
Hoofdadviseur (terugvalgraad)[11] | A212 | |
na 10 jaar schaalanciënniteit | A213 | |
Navorser | A261 | |
na 10 jaar schaalanciënniteit in A261 | A262 | |
Navorser met de functie van secretaris van de Vlaamse Raad voor Wetenschapsbeleid (VRWB) | A262 | |
na vier jaar werkelijke prestaties op advies van de voorzitter van de VRWB en na een functioneringsevaluatie | A263 | |
Senior adviseur | A213[6] | |
Adviseur-ingenieur, adviseur-arts, adviseur-informaticus, adviseur-dierenarts[30] | A221[9] | |
na 10 jaar schaalanciënniteit in schaal A221 | A222[6] | |
Adviseur | A211[6] | |
na 10 jaar schaalanciënniteit in schaal A211 | A212[6] | |
(...) geschrapt[6] | ||
(...) opgeheven[39] | ||
Directeur-ingenieur, directeur-arts, directeur-informaticus en directeur-dierenarts[30] | A221 | |
na 10 jaar schaalanciënniteit in A221 | A222 | |
Directeur | A211 | |
na 10 jaar schaalanciënniteit in A211 | A212 | |
Vertegenwoordiger van de Vlaamse Regering in het buitenland | A211 | |
na 6 jaar schaalanciënniteit in A211 | A212 | |
na 6 jaar schaalanciënniteit in A212 | A213 | |
(...) geschrapt[35] | ||
Ingenieur, arts, informaticus en dierenarts[30] | A121 | |
na 6 jaar schaalanciënniteit in A121 | A122 | |
na 12 jaar schaalanciënniteit in A122 | A123 | |
na 9 jaar schaalanciënniteit in A123 | A124 | |
(...) geschrapt[6] | ||
(...) geschrapt[6] | ||
Attaché | A171 | |
indien in het bezit van doctorsdiploma | A172 | |
Adjunct van de directeur | A111 | |
na 6 jaar schaalanciënniteit in A111 | A112 | |
na 12 jaar schaalanciënniteit in A112 | A113 | |
na 9 jaar schaalanciënniteit in A113 | A114 | |
(...) geschrapt[6] | ||
Leidinggevend hoofddeskundige | B311 | |
Senior hoofddeskundige | B311[6] | |
(...) geschrapt [35] | ||
Hoofdprogrammeur | B221 | |
na 10 jaar schaalanciënniteit in B221 | B222 | |
Hoofddeskundige | B211 | |
na 10 jaar schaalanciënniteit in B211 | B212 | |
Programmeur | B121 | |
na 8 jaar schaalanciënniteit in B121 | B122 | |
na 10 jaar schaalanciënniteit in B122 | B123 | |
na 9 jaar schaalanciënniteit in B123 | B124 | |
Deskundige | B111 | |
na 8 jaar schaalanciënniteit in B111 | B112 | |
na 10 jaar schaalanciënniteit in B112 | B113 | |
na 9 jaar schaalanciënniteit in B113 | B114 | |
Leidinggevend hoofdmedewerker | C311 | |
Senior hoofdmedewerker | C311[6] | |
(...) geschrapt[35] | ||
Hoofdtechnicus | C221 | |
na 10 jaar schaalanciënniteit in C221 | C222 | |
Hoofdmedewerker | C211 | |
na 10 jaar schaalanciënniteit in C211 | C212 | |
(...) geschrapt[35] | ||
(...) geschrapt[35] | ||
Technicus | C121 | |
na 8 jaar schaalanciënniteit in C121 | C122 | |
na 10 jaar schaalanciënniteit in C122 | C123 | |
na 9 jaar schaalanciënniteit in C123 | C124 | |
Medewerker | C111 | |
na 8 jaar schaalanciënniteit in C111 | C112 | |
na 10 jaar schaalanciënniteit in C112 | C113 | |
na 9 jaar schaalanciënniteit in C113 | C114 | |
Leidinggevend hoofdassistent | D311 | |
Senior hoofdassistent | D311[6] | |
(...) geschrapt[35] | ||
Speciaal hoofdassistent | D231 | |
na 10 jaar schaalanciënniteit in D231 | D232 | |
Technisch hoofdassistent | D221 | |
na 10 jaar schaalanciënniteit in D221 | D222 | |
Hoofdassistent | D211 | |
na 10 jaar schaalanciënniteit in D211 | D212 | |
(...) geschrapt[35] | ||
Speciaal assistent | D131 | |
na 8 jaar schaalanciënniteit in D131 | D132 | |
na 9 jaar schaalanciënniteit in D132 | D133 | |
Technisch assistent | D121 | |
na 8 jaar schaalanciënniteit in D121 | D122 | |
na 9 jaar schaalanciënniteit in D122 | D123 | |
Assistent | D111 | |
na 8 jaar schaalanciënniteit in D111 | D112 | |
na 9 jaar schaalanciënniteit in D112 | D113 |
2° | Wetenschappelijk personeel | |
---|---|---|
Wetenschappelijk directeur | A265 | |
krachtens artikel VI 111 | A266 | |
Wetenschappelijk attaché | A165 | |
na 4 jaar schaalanciënniteit in A165 of krachtens artikel VI 109 § 2 en 3 | A166 | |
na 6 jaar schaalanciënniteit in A166 of krachtens artikel VI 109 § 4 | A167 | |
krachtens artikel VI 110 (expert functionele loopbaan) | A168 | |
na 10 jaar schaalanciënniteit in A168 | A169 | |
3° | Specifieke graden bij het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust[35] | |
Loods | [35] | |
op proef: salaris à 80% van de salarisschaal verbonden aan de functie zoals hieronder is bepaald | ||
- algemene functie | A141[35] | |
na 6 jaar schaalanciënniteit in A141 | A142[35] | |
na 6 jaar schaalanciënniteit in A142 | A143T[35] | |
na 9 jaar schaalanciënniteit in A143T | A144T[35] | |
- functies chef-loods, kapitein van de loodsboot of stuurman van de loodsboot | A144T[35] | |
Maritiem verkeersleider | B231[35] | |
na 10 jaar schaalanciënniteit in B231 | B232T[35] | |
Senior / Leidinggevend hoofdmedewerker (functie regioverkeersleider) | C311T[35] | |
Hoofdscheepstechnicus | C241T[35] | |
na 10 jaar schaalanciënniteit in C241T | C242T[35] | |
Hoofdmedewerker (functie teamplanner loodsdienstcoördinator) | C231T[35][62] | |
na 10 jaar schaalanciënniteit in C231T[62] | C232T[35][62] | |
Radarwaarnemer | C131[35] | |
na 8 jaar schaalanciënniteit in C131 | C132[35] | |
na 10 jaar schaalanciënniteit in C132 | C133T[35] | |
na 9 jaar schaalanciënniteit in C133T | C134T[35] | |
Scheepstechnicus | C141[35] | |
na 8 jaar schaalanciënniteit in C141 | C142[35] | |
na 10 jaar schaalanciënniteit in C142 | C143T[35] | |
na 9 jaar schaalanciënniteit in C143T | C144T[35] | |
Medewerker (functie loodsdienst-rededienstcoördinator) | C131[35][62] | |
na 8 jaar schaalanciënniteit in C131[62] | C132[35][62] | |
na 10 jaar schaalanciënniteit in C132[62] | C133T[35][62] | |
na 9 jaar schaalanciënniteit in C133T[62] | C134T[35][62] | |
Senior/leidinggevend hoofdassistent (functie hoofdmotorist/hoofdschipper) | D311T[35] | |
Hoofdschipper en hoofdmotorist | D241T[35] | |
na 10 jaar schaalanciënniteit in D241T | D242T[35] | |
Speciaal hoofdassistent (functie kok ingescheept) | D231T[35] | |
na 10 jaar schaalanciënniteit in D231T | D232T[35] | |
Schipper en motorist | D141[35] | |
na 8 jaar schaalanciënniteit in D141 | D142T[35] | |
na 9 jaar schaalanciënniteit in D142T | D143T[35] | |
Speciaal assistent (functie matroos/stoker/kok ingescheept) | D131[35] | |
na 8 jaar schaalanciënniteit in D131 | D132T[35] | |
na 9 jaar schaalanciënniteit in D132T | D133T[35] | |
Voor de opbouw van de functionele loopbaan behoudt het personeelslid de schaalanciënniteit opgebouwd vóór de invoering van bovenvermelde overeenkomstige T-schaal.[35] Het personeelslid met de graad van hoofdmedewerker (functie teamplanner loodsdienstcoördinator) en met de graad van medewerker (functie loodsdienst-rededienstcoördinator) behoudt voor de opbouw van de functionele loopbaan de schaalanciënniteit die hij opgebouwd heeft vóór de invoering van de nieuwe, bovenvermelde functionele loopbaan.[62] | ||
Voor het personeelslid dat sinds 1 april 2011 bevordert van de graad van (hoofd)motorist, (hoofd)schipper, leidinggevend hoofdassistent (functie hoofdmotorist of hoofdschipper), of senior hoofdassistent (functie hoofdmotorist of hoofschipper) tot de graad van scheepstechnicus, zijn in afwijking van het eerste lid de volgende salarisschalen verbonden aan de functionele loopbaan:[67] | ||
Scheepstechnicus[67] | C141T[67] | |
na 8 jaar schaalanciënniteit in C141T[67] | C142T[67] | |
na 10 jaar schaalanciënniteit in C142T[67] | C143T[67] | |
na 9 jaar schaalanciënniteit in C143T[67] | C144T[67] | |
Voor het personeelslid dat sinds 1 april 2011 bevordert van de graad van radarwaarnemer tot de graad van maritiem verkeersleider, zijn in afwijking van het eerste lid de volgende salarisschalen verbonden aan de functionele loopbaan:[67] | ||
maritiem verkeersleider[67] | B231T[67] | |
na 10 jaar schaalanciënniteit in B231T[67] | B232T[67] | |
3°bis | Specifieke graden bij het Agentschap Opgroeien[60] | |
Centraal adviserend arts | A121C[60] | |
na zes jaar schaalanciënniteit in A121C | A122C[60] | |
na twaalf jaar schaalanciënniteit in A122C | A123C[60] | |
Adviseur-hoofdarts | A221P[60] | |
na tien jaar schaalanciënniteit in A221P | A222P[60] |
4° | Contractuele betrekkingen | |
---|---|---|
Arts, belast met taken die van de VRGT werden overgenomen | A121 | |
na 6 jaar effectieve of daarmee gelijkgestelde prestaties in deze betrekking | A122 | |
na 12 jaar effectieve of daarmee gelijkgestelde prestaties in de tweede salarisschaal | A123 | |
Adjunct van de directeur (statisticus-psycholoog), belast met taken die van de VRGT werden overgenomen | A111 | |
na 6 jaar effectieve of daarmee gelijkgestelde prestaties in deze betrekking | A112 | |
na 12 jaar effectieve of daarmee gelijkgestelde prestaties in de tweede salarisschaal | A113 | |
Deskundige (gezondheidswerker of verpleegkundige), belast met taken die van de VRGT werden overgenomen | B111 | |
na 8 jaar effectieve of daarmee gelijkgestelde prestaties in deze betrekking | B112 | |
na 10 jaar effectieve of daarmee gelijkgestelde prestaties in de tweede salarisschaal | B211 | |
Commercieel adviseur regionale luchthavens | A211 | |
Coördinator Sociaal Impulsfonds (SIF) | A163 | |
Coördinator (migranten) en coördinator (interface) bij het beleidsdomein Welzijn en Volksgezondheid | A112 | |
(...) opgeheven[39] | ||
Vakantiewerker: 80% van | D111[49] | |
vakantiewerker bij het Agentschap Opgroeien regie als arts: 80% van | A121[69] | |
De tewerkstelling als vakantiewerkerarts is alleen mogelijk tijdens de maanden juli, augustus en september die aansluiten op het academiejaar waarin de student het diploma van master in de geneeskunde heeft behaald, en op voorwaarde dat de student aansluitend op de tewerkstelling als jobstudent niet in dienst wordt genomen bij Agentschap Opgroeien regie.[69] |
5° | Overgangsregeling | |
---|---|---|
Secretaris-generaal | A411 | |
Directeur-generaal, administrateur-generaal | A311 | |
Algemeen directeur wetenschappelijke instelling (mandaat) | A366 | |
Algemeen directeur wetenschappelijke instelling | A365 | |
Eerste opdrachthouder | A361 | |
Adjunct-administrateur-generaal | A286 | |
Na 6 jaar het mandaat van afdelingshoofd te hebben uitgeoefend | A288 | |
Met ingang van 1 juni 1994: | ||
- inspecteur-generaal | A224 | |
- bestuursdirecteur | A224 | |
- bestuursdirecteur met leidinggevende functie binnen een informaticadienst | A232 | |
Adjunct eerste opdrachthouder | A263 | |
Adviseur-ingenieur/arts/informaticus met de functie van senior auditor, aangesteld vóór 1 januari 2008 | A221[6] | |
na 3 jaar | A222[6] | |
Adviseur met de functie van senior auditor, aangesteld vóór 1 januari 2008 | A211[6] | |
na 3 jaar | A212[6] | |
Adviseur benoemd vóór 1 januari 2008 | A251[6] | |
na 10 jaar schaalanciënniteit in A251 | A252[6] | |
Deze overgangsregeling blijft gelden voor de directeur die een graadverandering bekomt vanuit de graad van adviseur en die in die laatste graad werd aangesteld vóór 1 januari 2008.[9] | ||
Adviseur (de gewestelijk ontvanger die op 1 januari 2013 overgedragen werd ingevolge artikel VI 151 of artikel VII 165)[18] | A218[18] | |
Ingenieur, arts en informaticus | ||
met de functie van opdrachthouder | A280 | |
Adjunct van de directeur | ||
met de functie van opdrachthouder | A281 | |
Bedrijfsadviseur, pedagogisch adviseur of kunstadviseur die op 1 januari 2009 is overgeheveld van het Vlaams Agentschap voor Ondernemen naar het Agentschap Ondernemen, en de pedagogisch adviseur en bedrijfsadviseur die op 1 januari 2021 is overgeheveld van SYNTRA Vlaanderen naar het departement Werk en Sociale Economie, het Agentschap Innoveren en Ondernemen of de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding.[56] | A111[9] | |
na 3 jaar schaalanciënniteit in A111 | A112[9] | |
na 9 jaar schaalanciënniteit in A112 | A120[9] | |
na 9 jaar schaalanciënniteit in A120 | A114[9] | |
IWT-adviseur die op 1 januari 2016 werd overgeheveld naar een andere entiteit[31] | A201[31] | |
na 3 jaar schaalanciënniteit in A201 | A202[31] | |
na 6 jaar schaalanciënniteit in A202 | A221[31] | |
na 3 jaar schaalanciënniteit in A221 | A282[31] | |
contractueel IWT-adviseur (opstartformatie)[31] | A214[31] |
§ 2. De ambtenaar van rang A1 van wie het mandaat van contractbeheerder, coördinator IT-relatiebeheer, strategiebeheerder, financieel-administratief beheerder, beheerder interne IT-dienstverlening of preventieadviseur-coördinator na twee of meer mandaten van 6 jaar beëindigd wordt en wiens functioneringsevaluatie niet met een onvoldoende werd besloten, geniet de salarisschaal, opgenomen in bijlage 6 bij dit besluit.
§ 3. In afwijking van § 2 wordt de eindemandaatregeling voor de financieel-administratief beheerder begrensd tot de salarisschaal A119.
§ 4. - opgeheven[6]
§ 5. De loods op proef die slaagt voor de competentieproef, vermeld in artikel VI 60, VI 61 en VI 62[12] en die operationeel ingezet wordt, heeft recht op 100 % van zijn salaris.[2][6]
Art. VII 13
§ 1. In afwijking van artikel VII 12 blijft degene voor wie bij de inschakeling in de nieuwe loopbaanstructuur een overgangsschaal bepaald werd, die overgangsschaal verder genieten tot een organieke salarisschaal voordeliger wordt. Ingeval die ambtenaar wordt bevorderd in graad of salarisschaal, is artikel VII 3, § 1, van toepassing.
§ 2. Een mandaathouder geniet de salarisschaal, vermeld in artikel VII 12, § 1, tenzij de salarisschaal verbonden aan de organieke graad voordeliger is.
§ 3. Een ambtenaar die de extra salarisschaal A263, A253, A213, A129 of A119 toegekend kreeg, behoudt die salarisschaal.[2]