Taalgebruik bij de Vlaamse bestuursrechtscolleges: voorontwerp van wijzigingsdecreet

Het decreet van 4 april 2014 over de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges (DBRC-decreet) regelt de jurisdictionele procedure bij de vier onafhankelijke Vlaamse administratieve rechtscolleges, met name het Handhavingscollege, de Raad voor Vergunningsbetwistingen, de Raad voor Verkiezingsbetwistingen en de Raad voor betwistingen van studievoortgangsbeslissingen. Het DBRC-decreet bevat voor deze Vlaamse bestuursrechtcolleges momenteel geen uitdrukkelijke regeling van het taalgebruik. Met het oog op de rechtszekerheid, het garanderen van de rechten van verdediging en de verdere optimalisatie van de procedure bij deze bestuursrechtscolleges, wijzigt de Vlaamse Regering nu principieel het DBRC-decreet. Het voorontwerp van wijzigingsdecreet introduceert een taalregeling bij de Vlaamse bestuursrechtscolleges. Het Nederlands geldt nu als taal van de rechtspleging, de zittingen en alle processtukken. Het voorontwerp van decreet voorziet in een overgangsregeling. De nieuwe taalvereisten zijn zo voor het eerst van toepassing op de beroepen die worden ingediend bij de Vlaamse bestuursrechtscolleges vanaf de dag van de inwerkingtreding van dit decreet. Op de hangende beroepen en op eventuele aanvullende vorderingen waarvan de hoofdvordering is ingediend vóór de voormelde datum van de inwerkingtreding, blijven de oude procedures van toepassing zonder taalregeling. Over dit voorontwerp van wijzigingsdecreet wordt het advies ingewonnen van de Raad van State.