Gedaan met laden. U bevindt zich op: Grondwaterstand

Grondwaterstand

Vanaf midden september 2022 valt er een verschuiving op te merken naar klassen met hogere grondwaterstanden. Ten opzichte van een jaar eerder, waren er begin november 2023 wel meer lage tot zeer lage grondwaterstanden (80%). In november 2022 was de situatie van de freatische grondwaterstanden veel droger. Tussen 2000 en 2022 vertoonden de freatische grondwaterlagen veel vaker een daling dan een stijging. 

De freatische grondwaterstand schommelt tijdens het jaar: hoog op het einde van de winter en laag op het einde van de zomer. De grondwaterstandindicator (opent in nieuw venster)geeft de toestand van het grondwater t.o.v. alle peilen gedurende het jaar (absolute vergelijking) en de toestand voor de tijd van het jaar (relatieve vergelijking).

Op 5 november 2023 vertoonde 16% van de meetplaatsen een lage (15%) tot zeer lage (1%) freatische grondwaterstand. 38% vertoonde een normale en 46% een hoge (27%) tot zeer hoge (19%) grondwaterstand.

Na de droge zomer van 2022, vanaf september, valt er een gestage afname van het aandeel lage tot zeer lage grondwaterstanden op te merken. Een jaar later neemt het aandeel lage grondwaterstanden eind juli opnieuw toe tot ruim 80%. Vanaf begin augustus neemt het aandeel lage grondwaterstanden opnieuw toe. Dat is een maand eerder dan in 2022. Gedurende het hydrologische winterseizoen van oktober tot maart is een verschuiving naar klassen met hogere grondwaterstanden de normale trend.

In november 2022 was de situatie van de freatische grondwaterstanden veel droger dan dit jaar. Begin november 2023 vertoonde 80% van de meetplaatsen een lage (45%) tot zeer lage (35%) freatische grondwaterstand.

Voor de tijd van het jaar vertoonde de overgrote meerderheid van de meetplaatsen een normale tot (zeer) hoge freatische grondwaterstand op 5 november 2023. 73% van de meetplaatsen was hoog (32%) tot zeer hoog (41%), 21% normaal, en 6% laag (5%) tot zeer laag (1%). Na een nat 2021 en een droge lente/uiterst droge zomer in 2022, bereikten lage waterstanden in september 2022 een piek, vergelijkbaar met de droge zomers van 2018-2022. Vanaf september 2022 tot november 2023 was er een overgang van droog naar nat, met tijdelijke toenames door zeer droge periodes, die later werden gecompenseerd door natte maanden.

Begin november 2023 zijn er veel minder lage tot zeer lage grondwaterstanden voor de tijd van het jaar dan in november 2022 (6% ten opzichte van ongeveer 70% begin november 2022). De huidige situatie is zeer gelijkaardig aan de situatie na de uiterst natte zomer van 2021.

De grondwaterstandindicator geeft een beeld van de huidige grondwaterstand ten opzichte van het verleden. De meetplaatsen die gebruikt worden in het indicatorrapport zijn zo geselecteerd dat de grondwaterstand er zo min mogelijk beïnvloed wordt door waterwinning, drainage of andere menselijke ingrepen. De indicator geeft dus een beeld van de klimatologische variatie van de grondwaterstand.

Evolutie grondwaterstanden op lange termijn

Bekeken over de langere periode van 2000 tot 2022 vertoonde 50% van de meetplaatsen een daling van de grondwaterstanden. In 27% van de meetplaatsen was er geen duidelijke trend, bij 23% van de meetplaatsen werd een stijging opgetekend.

Evolutie in (interactieve) grafiek

Tussen 2000 en 2022 vertoonden de freatische grondwaterlagen veel vaker een daling dan een stijging. De effecten van de opeenvolgende droogteperiodes in de periode 2017-2020 en 2022 zijn in die lagen dus meer zichtbaar dan in de afgesloten lagen. De aanvulling van het grondwater gebeurt vooral in de winter, maar is ook afhankelijk van de neerslag en de hoeveelheid water die verdampt gedurende het hele jaar. De winterneerslag vertoont de recente decennia dan wel een stijging, maar dat wordt gecompenseerd door de algemene toename van de temperaturen en dus ook van de verdamping. Over de periode 2000-2022 vertoonde 63% van de meetpunten in de freatische lagen een daling, slechts 3% een stijging.

In de afgesloten waterlagen was er bij 37% van de meetpunten een daling, bij 43% een stijging.  Afgesloten lagen zijn de diepere grondwaterlagen die bovenaan afgesloten zijn door een ondoorlaatbare laag. In de afgesloten waterlagen is niet het weer maar de grondwaterwinning de belangrijkste beïnvloedende factor.

De data zijn afkomstig van het Ondersteunend Centrum DOV (opent in nieuw venster)en Statistiek Vlaanderen.