9 resultaten gevonden voor aansluiten-bij-de-vlaamse-sociale-bescherming
De folder legt beknopt uit wat de Vlaamse sociale bescherming is en overloopt de drie zorgbudgetten: het zorgbudget voor zwaar zorgbehoevenden, het zorgbudget voor mensen met een handicap en het zorgbudget voor ouderen met een zorgnood. De folder geeft ook een korte introductie in de tegemoetkomingen voor mobiliteitshulpmiddelen en hoe de Vlaamse sociale bescherming investeert in ouderenzorg. De folder licht toe hoe inwoners in Brussel zich bij…
Wanneer moet u zich verplicht aansluiten bij de Vlaamse Sociale Bescherming? Wanneer kunt u zich vrijwillig aansluiten? En wanneer is aansluiten niet mogelijk? Op deze pagina leest u alles over aansluiten bij de Vlaamse Sociale Bescherming.
Als inwoner van Brussel kunt u zich vrijwillig aansluiten bij de Vlaamse sociale bescherming door u aan te sluiten bij een zorgkas.
Bij personen die in Brussel wonen, en zich niet meteen aansluiten bij de Vlaamse sociale bescherming (bij verhuis of zodra ze 26 worden), geldt er een wachttijd van 5 jaar voor zij beroep kunnen doen op de tussenkomsten voor mobiliteitshulpmiddelen. Ze komen niet in aanmerking voor de zorgbudgetten van de Vlaamse sociale bescherming, aangezien ze niet aan de woonvoorwaarde voldoen (minstens 10 kalenderjaren – waarvan 5 opeenvolgende kalenderjaren - in Vlaanderen of Brussel wonen, of sociaal verzekerd zijn in een EU- of EER-lidstaat of in Zwitserland). Uitzondering: minderjarigen komen wel in aanmerking voor de zorgbudgetten. Voor hen is deze woonvoorwaarde immers niet van toepassing. Betaling van de zorgpremie De zorgkassen schrijven Oekraïense vluchtelingen momenteel niet aan om de premie te betalen. Als ze beroep willen doen op tegemoetkomingen voor zorg van de Vlaamse sociale bescherming, dan zal de zorgkas hen wel verzoeken om zich aan te sluiten, en zo nodig de premie te betalen.
Aansluiten bij de Vlaamse Sociale Bescherming is verplicht als u voldoet aan de volgende voorwaarden: U bent 26 jaar of ouder. U bent Belgisch sociaal verzekerd door uw werk (nu of in het verleden) in Vlaanderen . U hebt onmiddellijk vooraf aan uw werk in Vlaanderen gewoond of gewerkt in een andere lidstaat van de EU, een land uit de Europese Economische Ruimte of Zwitserland. Of u woonde tijdens uw werk in Vlaanderen in een andere lidstaat van de EU, een land uit de Europese Economische Ruimte of Zwitserland. Ook de personen die u ten laste hebt, moeten zich dan aansluiten. U woont in Wallonië en werkt in Brussel. Aansluiten is niet verplicht, maar u kunt zich vrijwillig aansluiten bij de Vlaamse Sociale Bescherming, als u voldoet aan de volgende voorwaarden: U bent 26 jaar of ouder. U bent Belgisch sociaal verzekerd door uw werk (nu of in het verleden) in Brussel . U hebt onmiddellijk vooraf aan uw werk in Brussel gewoond of gewerkt in een andere lidstaat van de EU, een land uit de Europese Economische Ruimte of Zwitserland. Of u woonde tijdens uw werk in Brussel in een andere lidstaat van de EU, een land uit de Europese Economische Ruimte of Zwitserland. Ook de personen die u ten laste hebt, kunnen zich dan aansluiten.
Aansluiten bij de Vlaamse Sociale Bescherming is verplicht als u beantwoordt aan de volgende voorwaarden: U bent 26 jaar of ouder. U bent Belgisch sociaal verzekerd door uw werk (nu of in het verleden) in Vlaanderen . Dat geldt ook als u uw werk in Vlaanderen combineert met een tewerkstelling in Brussel, Wallonië en/of in het Duitse taalgebied. U woont niet in België, maar in een andere lidstaat van de EU, een land uit de Europese Economische Ruimte of Zwitserland. Ook de personen die u ten laste hebt, moeten zich dan aansluiten. U woont in het buitenland en werkt in Brussel. Aansluiten is niet verplicht, maar u kunt zich vrijwillig aansluiten bij de Vlaamse Sociale Bescherming, als u beantwoordt aan de volgende voorwaarden: U bent 26 jaar of ouder. U bent Belgisch sociaal verzekerd door uw werk (nu of in het verleden) in Brussel . U woont niet in België, maar in een andere lidstaat van de EU, een land uit de Europese Economische Ruimte of Zwitserland. Ook de personen die u ten laste hebt, kunnen zich dan aansluiten. Uitzonderingen. U kunt u niet aansluiten bij de Vlaamse Sociale Bescherming als: u in Wallonië werkt, ook niet als de hoofdzetel van uw werkgever is gevestigd in Vlaanderen of Brussel u in Andorra, Monaco, San Marino of Vaticaanstad woont.
Aansluiten bij de Vlaamse Sociale Bescherming. De Vlaamse Sociale Bescherming is een verplichte verzekering voor iedereen die in Vlaanderen woont en ouder is dan 25 jaar. Uitzonderingen zijn mogelijk waardoor u vrijgesteld kunt worden van aansluiting. Wie in Brussel woont, kan vrijwillig aansluiten. Zorgbudget voor zwaar zorgbehoevenden. Het zorgbudget voor zwaar zorgbehoevenden (voorheen Vlaamse zorgverzekering) is bestemd voor mensen die thuis veel zorg nodig hebben. Ook rusthuisbewoners en bewoners van een psychiatrisch verzorgingstehuis hebben er recht op. Zij kunnen rekenen op een maandelijks zorgbudget om te besteden aan niet-medische kosten . Zorgbudget voor personen met een handicap. Het zorgbudget voor mensen met een handicap (voorheen basisondersteuningsbudget) is een tegemoetkoming van de Vlaamse overheid voor mensen met een erkende handicap die een beperkte ondersteuningsnood hebben. Het maandelijkse bedrag is vrij te besteden en combineerbaar met bepaalde andere hulpmiddelen van het VAPH, zoals de tussenkomst voor de aanschaf van hulpmiddelen en de rechtstreeks toegankelijke hulp. Zorgbudget voor ouderen met een zorgnood. Het zorgbudget voor ouderen met een zorgnood (vroeger tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden genoemd) is een tegemoetkoming die u kunt ontvangen als u 65 jaar of ouder bent én als uw handicap uw zelfredzaamheid beperkt . Het bedrag hangt af van de zorg die u nodig heeft en uw gezinsinkomen . U kunt het geld vrij besteden. Mobiliteitshulpmiddelen voor personen met een beperkte mobiliteit. Wie door chronische ziekte, ouderdom of een beperking een hulpmiddel nodig heeft om zich te verplaatsen, kan een “mobiliteitshulpmiddel” kopen of huren. Dat hulpmiddel hoeft u niet (volledig) zelf te betalen. Het gaat om hulpmiddelen die iemand heel zijn leven (of toch lange tijd) nodig heeft.
Iedere persoon die niet verplicht moet of vrijwillig wil aansluiten bij de Vlaamse Sociale Bescherming , moet zich administratief aansluiten als die bewoner is van een woonzorgcentrum, dagverzorgingscentrum of centrum voor kortverblijf, of gebruiker van een mobiliteitshulpmiddel (MOHM). Personen die zich niet kunnen aansluiten bij de Vlaamse Sociale Bescherming , kunnen zich ook niet administratief aansluiten. Personen die worden begeleid door een OCMW of een erkende dienst voor schuldbemiddeling, personen in budgetbeheer en gedetineerden moeten de zorgpremie wel betalen. Uitstel of maandelijks gespreide betalingen zijn mogelijk als u betalingsmoeilijkheden hebt. Goed om te weten: U betaalt de zorgpremie per persoon , in tegenstelling tot de ziekteverzekering waarbij de bijdrage wordt betaald voor een gezin. De zorgpremie voor de Vlaamse sociale bescherming is niet fiscaal aftrekbaar . U krijgt dus geen fiscale fiche. Ook als u een zorgbudget krijgt, moet u elk jaar de zorgpremie betalen. Ook als u maar een deel van het jaar in Vlaanderen woont, moet u het volledige bedrag van de zorgpremie betalen. Wanneer betalen? De jaarlijkse zorgpremie moet uiterlijk op 30 april van het lopende jaar op de bankrekening van uw zorgkas staan. Daarop zijn een paar uitzonderingen. Uitzonderingen uiterlijke betaaldatum zorgpremie. U wordt 26 : u hebt tijd om aan te sluiten bij een zorgkas tot 1 juli van het jaar waarin u 26 wordt. Sluit u niet op tijd aan, dan wordt u ambtshalve aangesloten bij de Vlaamse Zorgkas. U komt in Vlaanderen wonen: u hebt 6 maanden de tijd om aan te sluiten bij een erkende zorgkas naar keuze. De termijn van 6 maanden begint te lopen vanaf de datum dat u in het rijksregister bent ingeschreven. Sluit u niet tijdig aan, dan wordt u ambtshalve aangesloten bij de Vlaamse Zorgkas. U komt in Brussel wonen: u hebt 6 maanden de tijd om aan te sluiten bij een erkende zorgkas naar keuze. De termijn van 6 maanden begint te lopen vanaf de datum dat u in het rijksregister bent ingeschreven. Uw uitnodiging tot betaling van de zorgpremie werd verstuurd naar een fout adres en keerde terug naar de zorgkas: u moet uw premie betalen voor de datum die op uw nieuwe uitnodiging staat. Sancties bij niet-betaling. Betaalt u 2 keer uw zorgpremie niet of niet volledig, dan loopt u een boete op van 250 euro . Uw zorgkas stuurt u een herinnering voor u een boete krijgt en uiterlijk op 1 september. Die herinnering krijgt u met een aangetekende brief of via eBox als u die geactiveerd hebt. U krijgt dan nog de kans om de verschuldigde zorgpremie te betalen en een boete te vermijden. Betaalt u de verschuldigde zorgpremies voor 5 oktober, dan krijgt u geen boete . Betaalt u dan nog altijd niet of maar een deel? Dan krijgt u een aangetekende brief van het Agentschap Vlaamse Sociale Bescherming. U moet dan binnen de 2 maanden de boete en alle achterstallige zorgpremies betalen. Een deurwaarder wordt ingeschakeld als u dat niet doet. Goed om te weten: Die 2 jaren waarin u niet (volledig) betaalt, hoeven elkaar niet op te volgen. Elk jaar dat u had moeten betalen, telt mee voor de termijn van 2 jaar. De boete bedraagt 100 euro (in de plaats van 250 euro) als u op 1 januari van het jaar voor de boete, recht had om de verhoogde tegemoetkoming van de ziekteverzekering. Boete aanvechten Gaat u niet akkoord met de boete, dan kunt u een beroep indienen bij het Agentschap Vlaamse Sociale Bescherming via het online formulier . In de aangetekende brief met de boete leest u tegen welke datum u dat beroep ten laatste moet indienen. Mogelijke redenen voor beroep. U kunt aantonen dat u niet verplicht was om een zorgpremie te betalen. U hebt een geldige reden om uw premies niet of niet volledig te betalen. Bijvoorbeeld een persoonlijk faillissement of een collectieve schuldenregeling. U hebt de aangetekende brief van uw zorgkas niet ontvangen. Die brief was een laatste waarschuwing om uw achterstallige premies te betalen. Let op: werd de herinnering verstuurd naar uw eBox, maar hebt die niet gelezen, dan hebt u geen geldige reden om beroep in te dienen. U hebt uw premies toch op tijd betaald. U kreeg verkeerdelijk een volledige zorgpremie aangerekend, in plaats van een verminderde premie. Alle mogelijke redenen voor een beroep tegen de boete vindt u in het online formulier . Verstuur de nodige documenten met dat formulier om de reden voor uw beroep te bewijzen. Na uw beroep. Zodra u het beroep hebt ingediend, vervalt de termijn voor de betaling van de boete. Is uw beroep ongegrond of onontvankelijk, dan moet u binnen de 2 maanden de opgelegde boete betalen. Het Agentschap Vlaamse Sociale Bescherming brengt u daarvan op de hoogte via een aangetekende beslissingsbrief. Is uw beroep gegrond, dan vervalt de boete. Mogelijk moet u wel nog achterstallige zorgpremies betalen. Het Agentschap Vlaamse Sociale Bescherming informeert u en uw zorgkas over de beslissing. U kunt het openstaande saldo niet in een keer betalen. Is het voor u moeilijk om het openstaande saldo in 1 keer te betalen, dan kunt u een afbetalingsplan aanvragen. Het openstaande saldo wordt dan gespreid over een termijn van 12 maanden. Neem contact op met de Vlaamse Sociale Bescherming om het afbetalingsplan aan te vragen.
U kunt alleen een mobiliteitshulpmiddel aanvragen als u zich kunt aansluiten bij de Vlaamse Sociale Bescherming. Huren of kopen. In bepaalde gevallen kunt of moet u uw mobiliteitshulpmiddel huren in plaats van kopen . U woont thuis en bent ouder dan 85 jaar, u verblijft in een woonzorgcentrum of u hebt het palliatief statuut. Huren kan alleen bij manuele rolstoelen (standaardtypes, modulaire rolstoelen en verzorgingsrolstoelen). Andere types mobiliteitshulpmiddelen of maatwerk moet u kopen. U lijdt aan een snel degeneratieve aandoening zoals ALS. Als u lijdt aan een snel degeneratieve aandoening, moet u bepaalde hulpmiddelen huren in plaats van kopen. Zo kunt u sneller van hulpmiddel veranderen als uw aandoening evolueert. De volgende mobiliteitshulpmiddelen moet u huren: alle types rolstoelen, ook elektronische rolstoelen een elektronische scooter ook een tweede manuele rolstoel. U revalideert en huurt tijdelijk voor de aankoop. U moet tijdelijk een rolstoel huren, als u minder dan een maand geleden revalidatie hebt gevolgd in een revalidatievoorziening. Zo kunt u die rolstoel uitproberen voor u hem koopt of afwacht tot uw toestand is gestabiliseerd. U kunt alleen manuele, dus niet-elektronische rolstoelen, huren. U moet die rolstoel dan minstens 3 en maximaal 6 maanden huren om hem uit te proberen. Daarna moet u een nieuwe aanvraag doen om de rolstoel te kopen. U moet de huurovereenkomst opzeggen als u wilt veranderen van verstrekker. Als u verhuist uit Vlaanderen, wordt uw huurovereenkomst automatisch stopgezet na 3 maanden. Als u naar Brussel verhuist kunt u het mobiliteitshulpmiddel blijven gebruiken als u aangesloten blijft bij de Vlaamse Sociale Bescherming. Anders wordt uw huurovereenkomst na 3 maanden stopgezet. Aanvragen. Wilt u eerst advies inwinnen voor u een mobiliteitshulpmiddel aanvraagt? Neem contact op met uw zorgkas of ga langs bij de dienst maatschappelijk werk van uw ziekenfonds . U kunt ook eerst langsgaan bij een vertrekker van mobiliteitshulpmiddelen om de mogelijkheden te bespreken. Stappenplan mobiliteitshulpmiddel aanvragen. Haal een voorschrift bij uw huisarts of een gespecialiseerd team. Ga langs bij uw huisarts . Die onderzoekt u, geeft u advies over het mobiliteitshulpmiddel dat u nodig hebt en geeft u een voorschrift mee. U huisarts gebruikt daarvoor dit formulier . Hebt u een geavanceerd mobiliteitshulpmiddel nodig, zoals een elektrische rolstoel, een scooter of een hulpmiddel op maat? Dan verwijst uw huisarts u door naar een rolstoeladviesteam . Dat team geeft u dan een rolstoeladviesrapport mee. Goed om te weten : ook de verstrekker van mobiliteitshulpmiddelen of de maatschappelijke dienst van uw ziekenfonds kan u rechtstreeks doorverwijzen naar een rolstoeladviesteam. Als u lijdt aan een snel degeneratieve aandoening zal uw huisarts u doorverwijzen naar een neuroloog of een gespecialiseerd rolstoeladviesteam . Ga met uw voorschrift naar een verstrekker (bandagist). Ga met uw voorschrift of rapport naar een erkend verstrekker van mobiliteitshulpmiddelen . Op die basis stelt die verstrekker een aangepast mobiliteitshulpmiddel aan u voor. U krijgt dan ook meer info over de modellen en merken waaruit u kunt kiezen. Goed om te weten : als u lijdt aan een snel degeneratieve aandoening moet u een beroep doen op een verstrekker met een speciale machtiging . De verstrekker vult samen met u een aanvraagformulier in. Dat moet u ondertekenen om aan te geven dat u akkoord gaat met het hulpmiddel (en het eventueel te betalen supplement) dat uw verstrekker voorstelt. Voor meer geavanceerde hulpmiddelen moet uw verstrekker ook een motiveringsrapport opstellen, met daarin de redenen waarom u dat hulpmiddel nodig hebt. Als u voor het eerst een elektronische rolstoel koopt, is uw verstrekker verplicht om die bij u thuis te laten testen. Zo bent u zeker of de rolstoel voldoet aan wat u nodig hebt. U moet minstens 2 verschillende mobiliteitshulpmiddelen kunnen testen, waarvan u er minstens 1 kunt kopen zonder eigen opleg of supplementen. Ook een scooter moet u kunnen testen, maar dat hoeft niet bij u thuis te gebeuren. Goed om te weten : u moet een mobiliteitshulpmiddel altijd aankopen via een erkend verstrekker. Wacht tussen de 10 en 20 werkdagen. Uw zorgkas en uw verstrekker controleren of u voldoet aan de voorwaarden voor het gevraagde mobiliteitshulpmiddel. De zorgkassencommissie kan bijkomende controles doen of het aangevraagde mobiliteitshulpmiddel wel het juiste is voor uw situatie. Uitzonderlijk kan die controle bij u thuis gebeuren. Vraagt u een hulpmiddel aan dat niet op de officiële lijst staat? Dan moet een bijzondere technische commissie ook goedkeuring geven. Goed om te weten : die commissie heeft 45 werkdagen de tijd om advies uit te brengen. Lees de beslissing van uw zorgkas. Uw aanvraag werd goedgekeurd. De Vlaamse Sociale Bescherming betaalt (een deel van) uw mobiliteitshulpmiddel. Uw verstrekker neemt dan contact op met u en bezorgt u het mobiliteitshulpmiddel. Meestal wordt dat bij u thuis geleverd, maar het kan ook zijn dat u het moet ophalen bij uw verstrekker. Moet u nog een deel zelf betalen? Dan zal uw verstrekker u dat supplement factureren. Het kan ook zijn dat het aangevraagde mobiliteitshulpmiddel niet werd goedgekeurd, maar dat er wel een goedkeuring is voor een ander hulpmiddel. Bespreek dan met uw verstrekker wat u gaat doen: het minder geavanceerde hulpmiddel nemen? Of toch het duurdere hulpmiddel gebruiken en een stuk daarvan zelf betalen? Uw aanvraag werd deels goedgekeurd. Het kan zijn dat de Vlaamse Sociale Bescherming tussenkomt voor het mobiliteitshulpmiddel dat u hebt aangevraagd, maar bijvoorbeeld niet voor enkele aanpassingen die nog werden gevraagd. Dan is er een deel van uw aanvraag goedgekeurd en een deel niet. Uw aanvraag werd geweigerd/afgekeurd. De Vlaamse Sociale Bescherming komt niet tussen in de kosten voor uw mobiliteitshulpmiddel. In de brief van uw zorgkas leest u wat de reden is voor de weigering. U kunt tegen die weigering in beroep gaan. Beroep indienen. U kunt beroep indienen bij de arbeidsrechtbank als u het niet eens bent met een beslissing over uw mobiliteitshulpmiddel. Onderhoud en herstelling. Gekochte hulpmiddelen: vast bedrag voor onderhoud Koopt u een rolstoel, scooter, driewieler of vierwielfiets? Dan betaalt de Vlaamse Sociale Bescherming een vast deel van de kosten voor onderhoud en herstellingen. Dat bedrag wordt ook wel forfait of teller genoemd. Hoeveel dat bedrag bedraagt, hangt af van uw mobiliteitshulpmiddel en van uw medische toestand. Normaal gezien volstaat dat bedrag voor de gangbare onderhoudsbeurten en herstellingen. Voor rolstoelen en fietsen is het forfait standaard 150 euro. Voor scooters 250 euro. Afhankelijk van uw medische toestand kan dat forfait uitbreiden naar 40% van de totale tussenkomst of tegemoetkoming die de Vlaamse Sociale Bescherming voor uw hulpmiddel betaald heeft bij de aankoop. Voor specialere of op maat gemaakte hulpmiddelen kan een apart bedrag toegekend worden voor onderhoud en herstellingen. In de brief met de beslissing over uw aanvraag voor een mobiliteitshulpmiddel vindt u ook het beschikbare bedrag voor onderhoud en herstellingen. Uw zorgkas betaalt de kosten voor onderhoud en eventuele herstellingen aan de erkende verstrekker van uw mobiliteitshulpmiddelen tot het forfait is opgebruikt. Daarna betaalt u zelf die kosten. De verstrekker van uw hulpmiddel kan wel (en zeer uitzonderlijk) 1 keer aan uw zorgkas een extra bedrag of forfait vragen voor herstellingen. Het moet dan wel gaan om een uitzonderlijk defect of een herstelling die noodzakelijk is om het hulpmiddel te laten functioneren. Gehuurde hulpmiddelen: inbegrepen bij verhuur Als u een mobiliteitshulpmiddel huurt, dan zijn de kosten voor onderhoud en herstellingen inbegrepen in het huurforfait dat de Vlaamse Sociale Bescherming betaalt aan uw verstrekker. Uw verstrekker mag u dat onderhoud dus niet aanrekenen. Heeft uw mobiliteitshulpmiddel onderhoud of herstelling nodig? Neem contact op met de verstrekker van wie u het huurt. Vervangen of hernieuwen. Een mobiliteitshulpmiddel dat u kocht met tussenkomst van de Vlaamse Sociale Bescherming kunt u na enkele jaren vervangen. U kunt dan een nieuw hulpmiddel kopen met tussenkomst van de Vlaamse Sociale bescherming. Die procedure heet hernieuwen. Voor elk type hulpmiddel is bepaald hoeveel jaar u het in bezit moet hebben voor u een nieuw hulpmiddel kunt kopen met een nieuwe tussenkomst. In de lijst met hernieuwingstermijnen voor mobiliteitshulpmiddelen leest u: voor elk type hulpmiddel na hoeveel jaar u het kunt vervangen hoe die periode afhankelijk is van uw leeftijd. Staat uw hulpmiddel niet in de lijst? Dan werd de hernieuwingstermijn bepaald op het moment van uw aanvraag. Informeer bij uw verstrekker of zorgkas . U kunt binnen de hernieuwingstermijn toch een nieuw mobiliteitshulpmiddel aanvragen als uw medische toestand erg snel achteruitgaat. Of als u het hulpmiddel vaker dan gemiddeld gebruikt en het daardoor noodzakelijk aan vervanging toe is. U moet dan wel uitgebreid motiveren waarom u sneller een nieuw hulpmiddel nodig hebt. Wilt u uw hulpmiddel vervangen? Dan moet u een nieuwe aanvraag doen voor een mobiliteitshulpmiddel. U moet dus opnieuw naar uw arts of een gespecialiseerd team gaan voor een medisch voorschrift of rapport. Daarmee doet u een aanvraag bij uw verstrekker. Hebt u hetzelfde (of een soortgelijk) type hulpmiddel nodig, dan verloopt die nieuwe aanvraag met een vereenvoudigde procedure. Een rolstoeladviesrapport is dan bijvoorbeeld niet nodig. Mobiliteitshulpmiddelen combineren In sommige situaties kunt u mobiliteitshulpmiddelen combineren en dus een nieuw hulpmiddel aanvragen. In andere situaties moet u wachten tot de hernieuwingstermijn van uw hulpmiddel is verstreken. Die hernieuwingstermijn ligt vast per type hulpmiddel en bepaalt hoe lang u het kunt gebruiken voor het aan vernieuwing toe is.