Een personeelslid heeft een handicap (of chronische ziekte) als deze een langdurige fysieke, mentale, verstandelijke of zintuiglijke beperking heeft waardoor deze structurele drempels op de werkvloer ervaart.

Het gaat om personeelsleden:

• met een door de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling (VDAB) vastgestelde arbeidsbeperking, die recht hebben op bijzondere tewerkstellingsondersteunende maatregelen(opent in nieuw venster), individueel maatwerk of collectief maatwerk. Het recht op de loonpremie in het kader van individueel maatwerk (IMW) vervangt het recht op de vroegere Vlaamse Ondersteuningspremie (VOP). Personen met het recht op een VOP hebben normaal een automatische omzetting gekregen naar het recht op IMW.
• met een handicap, inclusief een chronische ziekte, erkend door:
  • het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap(opent in nieuw venster) (VAPH)
  • de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid(opent in nieuw venster)
  • een dienst die in Brussel bevoegd is voor de erkenning van personen met een handicap, inclusief een chronische ziekte, zoals:
    • de Service Bruxellois Francophone des personnes handicapées (PHARE)
    • de Bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag(opent in nieuw venster) (Iriscare)
    • de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling(opent in nieuw venster) (Actiris)
    • de Diensten van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie(opent in nieuw venster)
  • het Agence pour une Vie de Qualité(opent in nieuw venster) (AVIQ)
  • de Dienststelle für Selbstbestimmtes Leben(opent in nieuw venster) (DSL)
• met een attest van een preventieadviseur-arbeidsarts (die werkt in opdracht van de Vlaamse administratie), dat blijvende aandacht vraagt voor de effecten van de handicap, inclusief chronische ziekte, op de taken, arbeidsomstandigheden of het rendement (interne erkenning).
• die in aanmerking komen voor een inkomensvervangende tegemoetkoming(opent in nieuw venster) of een integratietegemoetkoming(opent in nieuw venster) voor personen met een handicap op basis van de wet van 27 februari 1987.
• die een tegemoetkoming ontvangen van 1 van de erkende Brusselse verzekeringsinstellingen(opent in nieuw venster) in het domein van de gezondheidszorg en de hulp aan personen
• die een getuigschrift of diploma hebben behaald in het buitengewoon onderwijs, een individueel curriculum hebben gevolgd in het regulier onderwijs of gewezen leerling zijn van het geïntegreerd onderwijs. Ook personeelsleden met een verslag voor een gemeenschappelijk of individueel aangepast curriculum of een verslag voor opleidingsvorm 4 komen in aanmerking.
• die een attest hebben van een definitief geworden gerechtelijke beslissing of een attest van bevoegde federale instelling waaruit een arbeidsongeschiktheid van minstens 66% blijkt (RIZIV(opent in nieuw venster)).
• die het slachtoffer zijn geweest van een arbeidsongeval of beroepsziekte en een attest hebben van het Agentschap voor Onderwijsdiensten (AGODI), het Federaal Agentschap voor Beroepsrisico’s Fedris(opent in nieuw venster) of de Sociaal-Medische Rijksdienst(opent in nieuw venster) (Medex) waaruit een blijvende handicap of arbeidsongeschiktheid van minstens 66% blijkt.
• die het slachtoffer zijn geweest van een ongeval van gemeen recht en een afschrift van het vonnis van de rechtbank hebben waaruit een blijvende handicap of arbeidsongeschiktheid van minstens 66% blijkt.
• die slachtoffer zijn geweest van een thuisongeval en een afschrift van de beslissing van de verzekeringsinstelling hebben waaruit een blijvende arbeidsongeschiktheid van minstens 66% blijkt.

Raadpleeg de webpagina ‘Personen met een handicap of chronische ziekte’ voor meer informatie en details.