- Voldoen aan de renovatieverplichting binnen de 5 jaar na overdracht
- Verplicht EPC en verplicht minimumlabel
Verplichtingen per niet-residentiële gebouweenheid
Belangrijke definities:
Langetermijndoelstelling: koolstofneutrale gebouwen
Tegen 2050 moet de CO2-uitstoot van alle gebouwen in Vlaanderen drastisch naar beneden. Dat is het doel van de Vlaamse langetermijnrenovatiestrategie voor gebouwen.
Die strategie is een verdere uitwerking van de Vlaamse Klimaatstrategie 2050: het plan om het energiegebruik en de broeikasgasemissies van zowel residentiële als niet-residentiële gebouwen (kantoren, scholen, ziekenhuizen, ...) te verminderen.
Op lange termijn moeten alle niet-residentiële gebouwen koolstofneutraal zijn. Dat betekent dat ze geen CO2 uitstoten en geen fossiele brandstoffen gebruiken. Om dat te bereiken, moet de energiebehoefte dalen en moet de resterende energiebehoefte ingevuld worden met hernieuwbare energie.
Voordelen van een koolstofneutraal gebouw
Een energetisch gerenoveerd gebouw:
- vraagt minder energie
- zorgt voor een lagere energiefactuur
- heeft een hoger comfort: het is er aangenaam verblijven, met betere werkomstandigheden. Dat leidt tot een hoger welbevinden, een hogere productiviteit en een hogere klantentevredenheid.
- heeft een eigentijdse uitstraling en een hogere waarde op de vastgoedmarkt.
Strategie voor niet-residentiële gebouwen: CO2-uitstoot verlagen
Voor niet-residentiële gebouwen streeft Vlaanderen naar koolstofneutraliteit voor verwarming, sanitair warm water, koeling, bevochtiging, en verlichting tegen 2050.
Om het doel te bereiken, zijn grondige renovaties nodig. Daarom zetten we onder meer in op:
- een renovatieverplichting binnen de 5 jaar na overdracht
- een verplicht energieprestatiecertificaat (EPC)
- een minimaal energielabel
- financiële steun
De overheid zal een voorbeeldrol spelen: publieke gebouwen moeten al in 2045 aan de langetermijndoelstelling voldoen. De semipublieke gebouwen (scholen en zorginstellingen) en private gebouwen (kantoren, handel, horeca,...) krijgen tijd tot 2050.
Voor kleine niet-residentiële gebouwen die sterke gelijkenissen vertonen met woongebouwen (zoals bakker, winkeltje) heeft de eigenaar de keuze tussen twee strategieën: