De natuur haar weg laten vinden

‘De natuur haar weg laten vinden’ in een notendop

Mensen hechten veel belang aan de intrinsieke waarde van natuur. Ze erkennen het bestaansrecht van natuurlijke processen en soorten en aanvaarden dat de natuur menselijke doelen kan ondersteunen of dwarsbomen. Een nulbeheer of minimale interventie door de mens is het streefdoel. Het resultaat is een uitgebreid netwerk van ongetemde, ‘verwilderde’ natuur zoals we die vandaag al op kleinere schaal zien in enkele bosreservaten.

De wilde natuur is sterk en veerkrachtig, op voorwaarde dat ze genoeg ruimte en tijd krijgt. Een sterke overheid maakt keuzes en financiert de ontwikkeling van een omvangrijk en dynamisch  netwerk van natuurgebieden dat groot genoeg is om zelfregulerend te zijn. Dat netwerk omvat rivieren en valleien en corridors waarlangs wild zich kan verplaatsen. Inkomsten uit ecotoerisme en duurzame bosbouw, jacht en visvangst leveren een bijdrage aan de uitbouw ervan. De robuuste natuur vormt op haar beurt een doeltreffende levensverzekering voor de mens: overstromingen richten minder schade aan, de waterzuiveringscapaciteit verbetert …

‘DE NATUUR HAAR WEG LATEN VINDEN’ VERBEELD

Stedelijke gebieden

Dorpskernen worden verder verdicht, sterk verspreide bebouwing verdwijnt en maakt plaats voor natuur. Groene uitlopers van de wilde natuur dringen  vanuit de stadsrand de dichtbebouwde omgeving binnen en doorkruisen verstedelijkte gebieden. Hoe dichter de bebouwing, hoe meer paden en andere voorzieningen er zijn om die natuur toegankelijk te maken. Kwaliteitsvolle hoogbouw viert hoogtij. Om een gezonde en aangename leefomgeving te behouden, wint ook meer kleinschalige groene infrastructuur, zoals verticale tuinen, groendaken, groene bedrijventerreinen… aan belang. Bestaande parken krijgen meer het karakter van wilde natuur. Ze vormen stapstenen tussen de grotere natuurgebieden en brengen de natuur dichter bij huis. Tuinen worden natuurlijker ingericht en laten migrerende diersoorten zoveel mogelijk passeren.

Landelijke gebieden

In landelijk gebied zijn natuur en landbouw gescheiden. In de intensieve landbouwzones ondersteunen technische maatregelen een functionele biodiversiteit die de voedselproductie bevordert. Zo helpen bijenkasten om de bestuiving te stimuleren, worden plaagbestrijders gericht uitgezet om de gewassen te beschermen en maakt gentechnologie die gewassen weerbaarder tegen verstoringen. Er wordt zoveel mogelijk voedsel geproduceerd op de restoppervlakte die niet nodig is voor natuur, wonen, werken, mobiliteit, industrie…

Valleien en de kust

Rivieren en valleien vormen een onderdeel van het natuurnetwerk en krijgen opnieuw meer ruimte. Waar de veiligheid het toelaat, worden dijken afgebroken of verplaatst, zodat delen van de vallei weer kunnen overstromen. Soorten als de bever kunnen er ongestoord mee het valleilandschap bepalen. Ook natuurlijke processen zoals erosie en sedimentatie krijgen vrij spel, zodat rivieren weer ongedwongen kunnen meanderen. Het uitzicht van de kust verandert: meer duinen en minder polders zorgen voor een sterkere natuurlijke kustverdediging.

Natuurgebieden

In een groot, aaneengesloten netwerk van natuurgebieden, krijgen dynamische processen zoals overstromingen, erosie, sedimentatie, successie, begrazing en predatie opnieuw alle kansen. Ze vormen het landschap en bepalen welk type natuur er op welke plaats voorkomt. De mens grijpt nauwelijks in. Bestaande open natuur (moeras, heide, landduinen, halfnatuurlijk grasland) verdwijnt grotendeels door verbossing. Begrazing, brand en windval zorgen ervoor dat sommige open plekken behouden blijven of elders opnieuw ontstaan. Via een oordeelkundig aangelegd netwerk van paden, dat meer afgelegen of gevoelige zones vrijwaart van verstoring, krijgen mensen de kans om soorten zoals bever, otter en wolf waar te nemen in hun natuurlijke habitat.

We wonen in ons appartement wel kleiner dan toen ik een kind was, maar als onze kinderen buiten komen, lopen ze meteen het bos in.
We wonen in ons appartement wel kleiner dan toen ik een kind was, maar als onze kinderen buiten komen, lopen ze meteen het bos in.

“Mijn naam is Karel, ik ben 40 en de trotse vader van twee dochters. Nochtans twijfelde ik vroeger of ik wel kinderen wilde. Ik keek rond in mijn omgeving vol lintbebouwing en verkavelingen en vroeg me af of ik hen wel gelukkig zou kunnen maken. Als ik vandaag langs de Nete ga wandelen, kan ik me nog moeilijk inbeelden dat mensen dertig jaar geleden geen tien minuten konden stappen zonder huizen te zien. De oude tramlijn in de Vossestraat is een prachtig natuurgebied geworden. Op zondag wandelen we vaak in de Zennevallei. Die is nu 80 meter breed, met een levendig moerasbos. We wonen wel kleiner dan toen ik een kind was – in een appartement op de negende verdieping -, maar als onze kinderen buiten komen, lopen ze meteen het bos in.”

“Het platteland in de buurt is niet alleen wilde natuur: er worden onder meer aardappelen, graan en suikerbiet gekweekt. Met de hulp van technologie proberen landbouwers zoveel mogelijk te produceren met zo weinig mogelijk impact op de natuur. Net buiten het dorp ligt een nieuw, geïntegreerd bedrijvenpark. Je kunt er tussen natte graslanden onder de gebouwen doorlopen.”

“Onze elektrische auto’s komen niet in de woonwijken, maar stoppen op een randparking. Van daaruit gaan we te voet verder. Even buiten het dorp kunnen we de tram naar Brussel nemen. Als student had ik daar last van de auto’s, maar nu is het heerlijk rustig in de stad. Mijn dochters gaan een mooie toekomst tegemoet!”

 

door Patrick Dictus

‘De natuur haar weg laten vinden’: het DNA

In deze kijkrichting staat de intrinsieke waarde van natuurlijke processen en soorten centraal: de natuur weet het best. Ze verwoest en creëert. Mensen geloven in de veerkracht van natuur, op voorwaarde dat die dynamische processen voldoende ruimte en tijd krijgen. Daarom bakenen ze een netwerk af van grote, aaneengesloten natuurgebieden, die zich zonder menselijk ingrijpen ontwikkelen tot uitgebreide bossen. Rivieren krijgen er opnieuw meer ruimte en kunnen vrij meanderen. Hun valleien fungeren als corridors waarlangs wild zich kan verplaatsen. (Eco)hydrologische processen zoals overstromingen, erosie en sedimentatie bepalen welk type natuur er op welke plaats voorkomt.

De grootschaligheid van het natuurnetwerk zorgt ervoor dat alle functionele soortengroepen (zoals composteerders, grazers en predatoren) vertegenwoordigd zijn en dat de populaties van planten, dieren en micro-organismen zichzelf reguleren. Zo ontstaat een dynamisch voedselweb: de bouwwerken van bevers beïnvloeden de vispopulaties, grote grazers zoals herten zorgen voor open ruimte in het bos, toppredatoren zoals wolven houden de grote grazerskuddes in balans … Het in stand houden van de natuurlijke processen in een gebied krijgt voorrang op de bescherming van individuele soorten.

Ecotoerisme brengt mensen naar plaatsen waar ze de rust en grootsheid van de natuur kunnen ervaren. Sommige zones blijven mensvrij.

Om dat alles mogelijk te maken, wordt de ruimte voor andere functies als voedselproductie, wonen en werken beperkt. Landbouwers produceren zoveel mogelijk voedsel op een zo klein mogelijke oppervlakte. Daarbij zetten ze onder andere in op verticale landbouw en een verdere intensivering met de nieuwste technologieën. In woon- en werkomgevingen viert kwaliteitsvolle hoogbouw hoogtij. Om een aangename en gezonde leefomgeving te houden, wint ook meer kleinschalige groene infrastructuur zoals verticale tuinen, groendaken, parken, ...aan belang. Al die natuurlijke elementen hebben een zeker ‘wild’ en dynamisch karakter. Zo blijft dood hout in parken en tuinen liggen, verdient spontane vegetatie er de voorkeur, worden kortgemaaide gazons vervangen door hooiland, enzovoort. Groene uitlopers van de wilde natuur dringen vanuit de stadsrand de dichtbebouwde omgeving binnen. Hoe dichter de bewoning, hoe meer voorzieningen er zijn om die groene ruimte te ontsluiten.

De Vlaamse overheid is eigenaar van de grote natuurgebieden en financiert de ontwikkeling van dynamische natuurlijke systemen. De keuze voor nulbeheer beperkt de beheerkosten tot een minimum, tenzij daar waar de veiligheid primeert (militaire domeinen, langs wegen, in stadsparken of andere plaatsen waar veel mensen komen). De coördinatie van die acties gebeurt op supranationaal niveau, zodat alle initiatieven op Europese en zelfs mondiale schaal een samenhangend netwerk vormen. Binnen de lijnen van dat kader kunnen regio’s de groene infrastructuur verder verfijnen. Ook bedrijventerreinen, tuinen, paardenweides en andere private sites moeten aan ecologische randvoorwaarden voldoen.

Een robuuste, wilde natuur impliceert dat mensen opnieuw met die natuur moeten leren samenleven. Everzwijnen die akkers of tuinen omwoelen, ongewenste planten of insecten die hun intrede doen …, zulke situaties vragen enige tolerantie van mensen ten opzichte van de natuur. Naast preventieve maatregelen, zoals afscheidingen om everzwijnen uit tuinen te houden, speelt sensibilisering daarin een belangrijke rol. De nieuwe, wilde natuur kan tegelijk ook nieuwe bronnen van inkomsten bieden uit ecotoerisme, en uit een sterk gereguleerde duurzame bosbouw, jacht en visvangst.

lees meer

Sterktes en zwaktes van 'de natuur haar weg laten vinden’

Sterke natuur, minder veerkrachtige landbouw

In deze kijkrichting ligt de nadruk op een robuuste natuur, die heel wat ruimte inneemt. Daardoor blijft minder plaats over voor andere functies zoals wonen en werken. Een deel van het huidige landbouwgebied kan zich ontwikkelen tot bos. Om de voedselzekerheid te bewaken, wordt het resterende landbouwgebied intensiever gebruikt. Die intensivering kan de ecologische veerkracht van het landbouwsysteem aantasten, bijvoorbeeld door meer bodemerosie, een lagere bodemkwaliteit en meer milieuvervuiling.

De grote natuurgebieden zijn beter gebufferd tegen milieuverstoringen. Maar zolang de uitstoot van polluenten en nutriënten niet drastisch daalt, blijft de druk op het watersysteem en de biodiversiteit hoog. Om die milieudruk te verlagen, is deze kijkrichting afhankelijk van factoren waar ze zelf weinig vat op heeft, zoals toekomstige technologische ontwikkelingen die de impact van onder andere landbouw en industrie beperken en een wijziging van onze productie- en consumptievoorkeuren.

Meer ruimte voor natuur maakt de ecosystemen veerkrachtiger voor milieuverstoring en draagt bij aan een gezonde leef- en werkomgeving. Door rivieren meer ruimte te geven daalt het risico op overstromingen. Tegelijk legt de kijkrichting ook beperkingen op aan het gebruik van al die natuur. Door de focus op natuurlijke processen kunnen bepaalde gebieden minder vlot toegankelijk zijn, bijvoorbeeld omdat er geen paden zijn, of kan de toegang zelfs verboden worden. Zo’n wilde type natuur, waarin ook wolven rondwaren, stekelige planten woekeren of insecten welig tieren, zal bovendien niet alle gebruikers kunnen bekoren.

lees meer

Andere kijkrichtingen

Culturele identiteit versterken

Natuur en leefomgeving bepalen onze identiteit.

Meer info

De stroom van de economie benutten

Natuur is een waardevol middel om inkomen te genereren.

Meer info

Samenwerken met de natuur

De natuur wordt doelgericht ingezet om de uitdagingen (overstromingsrisico, luchtvervuiling, droogte- of hittestress...) duurzaam aan te pakken.

Meer info