Gedaan met laden. U bevindt zich op: Leerlingenpremie alternerende opleiding

Leerlingenpremie alternerende opleiding

Leerlingen die een duale of alternerende opleiding volgen in het secundair onderwijs leren hun vak zowel op school als op de werkvloer.

Met de leerlingenpremie alternerende opleiding wil de Vlaamse overheid die leerlingen motiveren om de opleiding succesvol te beëindigen.

Werkgevers die leerwerkplekken aanbieden op de werkvloer kunnen in aanmerking voor de premie kwalificerend werkplekleren.

Voorwaarden

Bedrag en uitbetaling

De leerlingenpremie alternerende opleiding bedraagt € 500,00.
De premie wordt 1 keer per schooljaar uitbetaald. De leerling kan de premie maximaal 3 keer ontvangen. Eerder ontvangen startbonussen worden meegeteld.

Aanvraagprocedure

Door registratie van de overeenkomst alternerende of duale opleiding door de opleidingsverstrekker in het digitale loket app.werkplekduaal.be wordt de premie aangevraagd. De opleidingsverstrekker geeft de toestemming voor het ontvangen van de premie en het rekeningnummer van de leerling door én laadt een ondertekende verklaring van de leerling(PDF bestand opent in nieuw venster) op. Dit moet gebeuren binnen de 3 maanden na de start van de overeenkomst.

Voor overeenkomsten die reeds geregistreerd zijn in het digitale loket, kan de opleidingsverstrekker vanaf half september de gegevens toevoegen via ‘overeenkomst aanpassen’. Dit moet ten laatste op 30 november 2023 gebeuren.

Is de onderneming die de jongere opleidt niet in het Vlaams Gewest of Brussel gevestigd? Dan moet de leerling, uiterlijk op de laatste dag van het betrokken schooljaar, een kopie van de overeenkomst en een ondertekende verklaring(PDF bestand opent in nieuw venster), bezorgen via werkplekduaal@vlaanderen.be(opent in uw e-mail applicatie)

Belastingen en fiscaliteit

De leerlingenpremie alternerende opleiding moet niet vermeld worden in de aangifte van personenbelasting.

De premie moet wel in rekening gebracht worden om de nettobestaansmiddelen van de leerling te bepalen. Overschrijden de nettobestaansmiddelen een bepaald bedrag dan is de leerling niet meer fiscaal ten laste van de ouders. Voor ouders die gehuwd of wettelijk samenwonend zijn mogen de nettobestaansmiddelen van de leerling niet hoger zijn dan € 3.820 netto (aanslagjaar 2024, inkomsten 2023). Voor leerlingen van een alleenstaande ouder is dat € 5.520 netto (aanslagjaar 2024, inkomsten 2023). Meer informatie over nettobestaansmiddelen vindt u op de website van FOD Financiën(opent in nieuw venster).

Regelgeving en documenten