Dienstverlenende en opdrachthoudende vereniging
(DV) en (OV), ook bekend als intercommunales, zijn de meest intensieve vormen van intergemeentelijke samenwerking. Ze hebben allebei eigen rechtspersoonlijkheid en onderscheiden zich van elkaar door de beheersoverdracht. zijn enkel mogelijk in de energie-of afvalsector.
Oprichting
De oprichting van dienstverlenende verenigingen (DV) en opdrachthoudende verenigingen (OV) is complexer dan bij andere samenwerkingsvormen en verloopt volgens een bepaalde procedure.
- Stap 1
Oprichting overlegorgaan
De gemeenteraad beslist om een overlegorgaan op te richten dat de samenwerkingsmogelijkheden en voorwaarden bestudeert. Dat overlegorgaan bestaat enkel uit gemeenten.
- Stap 2
Voorstel tot oprichting
De gemeenten keuren het definitieve voorstel tot oprichting goed. De duur van de DV of OV wordt vastgesteld bij de oprichting en mag niet langer bedragen dan 18 jaar. Die termijn kan meermaals verlengd worden voor telkens niet meer dan 18 jaar.
- Stap 3
Oprichting dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging
De instemmende gemeenten kunnen na goedkeuring een DV of OV oprichten.
Werking
Dienstverlenende en opdrachthoudende verenigingen beschikken ten minste over een algemene vergadering en een raad van bestuur.
Het verschil tussen de dienstverlenende en opdrachthoudende vereniging zit vooral in de beheersoverdracht. Deelnemende gemeenten van een dienstverlenende vereniging doen geen beheersoverdracht aan de vereniging. De gemeenten hebben het recht om zelfstandig of met derden dezelfde opdracht uit te voeren.
Een beheersoverdracht gebeurt in principe automatisch en voor alle activiteiten van de vereniging. Het is echter mogelijk voor gemeenten om specifiek te beslissen om maar een gedeeltelijke beheersoverdracht te doen. Bij toetreding tot een OV kan de gemeenteraad expliciet beslissen om niet aan te sluiten voor specifieke activiteiten of opdrachten. Bij gebrek aan een expliciete opt-out beslissing, wordt de gemeente geacht aangesloten te zijn voor alle activiteiten en opdrachten van de vereniging. Ook bij uitbreiding van de doelstellingen van de OV kan de gemeenteraad expliciet beslissen om niet aan te sluiten voor de nieuwe activiteiten en opdrachten. Ook hier wordt bij gebrek aan zo een beslissing de gemeente geacht aangesloten te zijn voor alle activiteiten en opdrachten van de vereniging.
Dienstverlenende en opdrachthoudende verenigingen mogen opgericht worden voor een termijn van maximum 18 jaar die opeenvolgende keren verlengd mag worden met weer telkens maximum 18 jaar. Uittreden voor het verstrijken van de termijn kan volgens de voorwaarden beschreven bij decreet. Er mag gekozen worden om volledig of gedeeltelijk uit te treden naar analogie met de gedeeltelijke beheersoverdracht.
Er kan ook uitgetreden worden om te voldoen aan de principes van de regiovorming, dit gebeurt tevens volgens de voorwaarden bepaald bij decreet.
Toezicht
Dienstverlenende en opdrachthoudende verenigingen zijn onderworpen aan een uitgebreid bestuurlijk toezicht en een goedkeuringstoezicht door de Vlaamse Regering
Jaarlijkse controle op de presentiegelden
De leden van de bestuursorganen van de dienstverlenende en opdrachthoudende verenigingen kunnen per bijgewoonde vergadering een presentiegeld ontvangen. Het bedrag is ten hoogste gelijk aan het hoogste bedrag dat uitkeerbaar is aan een gemeenteraadslid voor een gemeenteraadszitting in een van de deelnemende gemeenten. De algemene vergadering bepaalt het presentiegeld en de andere vergoedingen, binnen de perken en overeenkomstig de toekenningsvoorwaarden die zijn vastgesteld door de Vlaamse Regering.
DV en OV moeten jaarlijks overzichten van de presentiegelden bezorgen aan de toezichthoudende overheid. Ze vullen een modelformulier (.xls) bestaande uit 5 tabbladen in en versturen het naar presentiegeldenintercommunales@vlaanderen.be(opent in uw e-mail applicatie).
Jaarlijks voegen de DV en OV een per mandataris geïndividualiseerd overzicht van de vergoedingen en presentiegelden die in het in het voorbije boekjaar zijn ontvangen bij de documenten die aan de deelnemende gemeenten van de vereniging worden bezorgd. Dat overzicht bevat, in voorkomend geval, ook de vergoedingen en presentiegelden die werden ontvangen vanwege de publiekrechtelijke of privaatrechtelijke rechtspersonen waarin de dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging rechtstreeks of onrechtstreeks deelneemt, overeenkomstig artikel 472 DLB.
Het overzicht moet voorgelegd worden aan de toezichthoudende overheid via het Agentschap Binnenlands Bestuur. Hiervoor is een modelformulier opgesteld dat te gebruiken is door alle dienstverlenende en opdrachthoudende verenigingen.