Gedaan met laden. U bevindt zich op: Acties rond klimaatadaptatie Acties om als lokaal bestuur het verschil te maken

Acties rond klimaatadaptatie

Hittestress

In Vlaanderen zullen hittegolven steeds vaker, langer en intenser voorkomen met steeds vaker extreem hoge temperaturen. De hittestress die daarmee gepaard gaat, tast de levenskwaliteit en gezondheid van de bevolking aan, vooral in dichtbebouwde kernen zoals steden. Hoe groter de stad, hoe groter het hitte-eiland effect. Bovendien blijkt de nood aan én het vermogen om zich aan het klimaat aan te passen ongelijk verdeeld onder bevolkingsgroepen. Sommige groepen zijn namelijk kwetsbaarder voor hittestress, net zoals voor extreme koude: kinderen, ouderen, mensen met een al bestaande gezondheidsproblematiek of met een laag inkomen. In het bijzonder heeft deze laatste groep het moeilijker om zich aan te passen aan deze nieuwe realiteit - denk bijvoorbeeld aan het verwarmen of koelen van een slechtgeïsoleerde woning (zie ook thema wonen en energie), geen private buitenruimte hebben, of geen buurtgroen op wandelafstand vinden. Het is aangetoond dat armere Vlaamse wijken vaker minder groen hebben, en dus vatbaarder zijn voor hittekwetsbaarheid. Inwoners van deze wijken lopen risico op ‘zomer-energiearmoede’. Daarom is ook klimaatadaptatie een cruciaal aspect van een rechtvaardige transitie.

Aanpassen aan klimaatrisico's

Klimaatadaptatie houdt in dat we ons aanpassen aan de huidige en toekomstige klimaatrisico’s. Door bijvoorbeeld meer groen en blauw in onze leefomgevingen te integreren, kunnen we niet alleen het hitte-eiland effect verzachten; luchtkwaliteit, wateroverlast en droogte aanpakken, maar ook het energieverbruik optimaliseren en onze leefomgeving gezonder maken. De 3+30+300 vuistregel voor elke wijk werd in het leven geroepen omdat ze voordelen biedt voor zowel het klimaat als het welzijn van de buurtbewoners. De vuistregel omvat dat vanuit elke woning minimum 3 goed ontwikkelde bomen zichtbaar zijn, dat minimum 30% van elke wijk bedekt is door boomkruinen, struiken en ander groen en dat iedereen op maximum 300 meter van een publieke groene ruimte van minimum 1ha woont. Een aandachtspunt bij deze en andere klimaatadaptatiemaatregelen is dat zij ook onbedoeld ongelijkheden kunnen versterken indien er geen rekening wordt gehouden met de ongewenste neveneffecten voor de kwetsbare inwoners. Bij de opwaardering van een wijk kan bv. ‘groene’ gentrificatie optreden, waardoor de wijk voor haar huidige, kwetsbare inwoners onbetaalbaar kan worden.