Gedaan met laden. U bevindt zich op: Vlaams energie- en klimaatbeleid

Vlaams energie- en klimaatbeleid

Om bij te dragen aan de strijd tegen klimaatverandering, moeten de verschillende sectoren actie ondernemen. Daarvoor heeft de Vlaamse overheid twee beleidskaders ontwikkeld, om op die manier de klimaatdoelstellingen te behalen:

  • Klimaatstrategie 2050 met een visie om op lange termijn de broeikasgassen sterk te beperken, en uiteindelijk te evolueren naar een klimaatneutrale samenleving
  • Vlaams Energie- en Klimaatplan (VEKP) 2021-2030 met concrete maatregelen om op korte termijn. Hiermee neemt de Vlaamse overheid meer dan 300 maatregelen om al tegen 2030 broeikasgassen te reduceren.

Hieronder vindt u een samenvatting van de acties per sector.

Energiesector

Vlaanderen streeft naar een klimaatneutraal, duurzaam, betrouwbaar en betaalbaar energiesysteem in 2050. Dat wil het onder andere doen door:

  • zo veel mogelijk lokale en hernieuwbare energiebronnen te gebruiken
  • het verbruik beter af te stemmen op de beschikbaarheid van hernieuwbare energiebronnen
  • burgers en bedrijven vaker voor hun eigen energievoorziening te doen instaan
  • ervoor te zorgen dat er altijd genoeg energie beschikbaar is, bijvoorbeeld door energie-overschotten op te slaan
  • te blijven werken aan internationale strategieën zodat energie(bronnen) uit andere landen betaalbaar en betrouwbaar zijn.

Om de uitrol van hernieuwbare energiebronnen te versnellen in de periode 2021-2030, heeft Vlaanderen een:

  • Zonneplan 2025 voor de uitrol van PV-installaties
  • Windplan 2025 voor de verdere uitrol van windenergie
  • Warmteplan 2025 om in te zetten op een verduurzaming van verwarming

Industrie

Tegen 2050 zal de Vlaamse industrie een lage-uitstootindustrie zijn, door de ontwikkeling en uitrol van nieuwe, klimaatvriendelijke productieprocessen en innovatieve technologieën vanaf 2030. De beperking van de uitstoot van de Vlaamse industrie wordt onder andere gerealiseerd door:

  • alsmaar efficiënter te werken en energie-intensieve bedrijven aan te moedigen om in energiebesparende matregelen te investeren
  • minder grondstoffen te gebruiken voor producten, ze zo lang mogelijk te hergebruiken en ze op het einde van hun levensloop zo veel mogelijk te recycleren (circulaire economie)
  • CO2 die vrijkomt op productieplekken op te vangen en definitief op te slaan of te hergebruiken
  • bedrijven die rond logistieke knooppunten zitten optimaal te doen samenwerken zodat ze zaken als restwarmte en CO2 kunnen opvangen en uitwisselen.

Om al in 2021-2030 concrete stappen vooruit te zetten in de vergroening van de industrie, neemt Vlaanderen specifieke maatregelen om:

  • energiegebruik in de industrie te vergroenen
  • energiebeleidsovereenkomsten te versterken, waarin de industrie afspraken aangaat om energie te besparen
  • de uitstoot te verminderen van F-gassen en lachgas, wat belangrijke broeikasgassen zijn

Transportsector

De Vlaamse transportsector moet streven naar een nuluitstoot. Enerzijds door alle voertuigen vergaand te vergroenen, en anderzijds door ervoor te zorgen dat de energievraag onder controle blijft.

  • steden slimmer en leefbaarder maken, zodat duurzaam vervoer vlot bereikbaar is en ook de logistieke processen efficiënter verlopen
  • gecombineerde en gedeelde mobiliteit sterk aanmoedigen, bijvoorbeeld door duurzame transportmiddelen naadloos op elkaar af te stemmen en deelsystemen breder beschikbaar te maken
  • logistieke activiteiten digitaliseren en zoveel mogelijk te bundelen rond een aantal regionale logistieke knooppunten langs belangrijke verbindingen
  • zoveel mogelijk voertuigen vergroenen en het gebruik van lichte (elektrische) voertuigen aan te moedigen, onder andere door een uitgebreid netwerk van laadmogelijkheden te voorzien in heel Vlaanderen.

Dat zal bereikt worden door al vanaf 2021-2030 concrete maatregelen te nemen, zoals:

  • investeringen in fietsnetwerken en fietssnelwegen
  • vergroening van het vrachtverkeer
  • uitfasering van nieuwe personenwagens met een interne verbrandingsmotor vanaf 2029.

Gebouwenpark

Muurisolatie wordt geplaatst
© Wouter Van Vooren

Ook de uitstoot van het Vlaamse gebouwenpark moet met minstens 85% omlaag tegen 2050, onder andere door:

  • gebouwen energie-efficiënter te maken via strengere normen
  • gebouwen en hun gebruikers zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen, bijvoorbeeld door ruimte efficiënter te gebruiken, gebouwenparken niet nodeloos uit te breiden, en gebouwen en ruimtes te creëren die gemakkelijk aangepast kunnen worden
  • de energievoorziening voor gebouwen duurzamer te maken, bijvoorbeeld door vaker restwarmte of groene warmte te gebruiken via warmtenetten, of door in te zetten op zonnewarmte en elektrische energie
  • de koolstof- en materialenvoetafdruk te verlagen, onder meer door bouwmaterialen zoveel mogelijk opnieuw te gebruiken of te recycleren.

Om al in 2021-2030 stappen vooruit te zetten, neemt de Vlaamse overheid verschillende maatregelen:

  • verplichte renovatie van energetisch inefficiënte gebouwen na notariële overdracht
  • financieel ondersteunen van energetische renovaties met Mijn VerbouwPremie en Mijn VerbouwLening
  • stimuleren van sloop-en-heropbouw bij de meest energetisch inefficiënte gebouwen
  • energieprestatie-eisen voor nieuwbouw en ingrijpende energetische renovaties
  • minimale energieprestatievereisten voor huurwoningen.

Landbouw en voeding

De landbouw- en voedingssector moet de broeikasgasuitstoot met de helft verlagen, en de klimaatimpact van het voedselsysteem terugdringen, onder andere door:

  • productieprocessen en werkmethodes duurzamer en efficiënter te maken, bijvoorbeeld door:
    • zoveel mogelijk hernieuwbare energie en energieopslagsystemen te gebruiken
    • ervoor te zorgen dat minder stikstof verloren gaat in water of de atmosfeer
    • ook de uitstoot van methaan te verminderen
    • biomethaan aan te leveren als hernieuwbare energiebron
  • duurzame verdienmodellen te creëren, bijvoorbeeld door grondstoffen efficiënter te (her)gebruiken of biomassa en groene energie te produceren
  • bewuster met voedsel om te gaan en voedselverspilling tegen te gaan.

Hiervoor worden al in 2021-2030 concrete maatregelen genomen, onder meer:

  • stimuleren van investeringen om in te zetten op energiebesparing en de uitrol van hernieuwbare energie
  • afsluiten van energiebeleidsovereenkomsten, afspraken waarin de landbouwsector inzet om emissies uit energieverbruik te verminderen

Bodems, bossen en biomassa

Door een optimale opname van koolstof in bodem en biomassa is er minder uitstoot in de atmosfeer. Dat kan bereikt worden door:

  • koolstofvoorraden beter te monitoren om te weten hoeveel koolstof er in de bodem zit en welke inspanningen er nog mogelijk zijn
  • landbouwers (financieel) aan te moedigen om koolstofopslag in de bodem te bevorderen
  • koolstofopslag in bos en natuur te stimuleren, onder andere via de Europese en Vlaamse doelstellingen en maatregelen, maar ook door bos- en natuurbeheerders te sensibiliseren en te ondersteunen
  • beheerders van tuinen, parken, openbare en private domeinen te sensibiliseren en te mobiliseren om bij te dragen aan de Vlaamse klimaatambities
  • duurzame opslag van CO2 na te streven, die bestand is tegen de gevolgen van de klimaatveranderingen, zoals storm en natuurbrand
  • hoofdzakelijk biomassa te gebruiken voor toepassingen die een lange levensduur hebben en hoogwaardig gerecycleerd kunnen worden.

Om deze doelstellingen op lange termijn te behalen, moeten al in 2021-2030 stappen worden gezet, zoals:

  • creëren van 10.000 hectare extra bos tegen 2030
  • investeren in bijkomende natuur
  • inzetten op een bouwshift, om open ruimte zoals natuur en water te vrijwaren