Vlaamse overheid pakt PFAS-vervuiling in Ronse aan
De Vlaamse overheid volgt de impact van de textielindustrie op gezondheid en milieu in Ronse nauwgezet op. De bevoegde entiteiten van de Vlaamse overheid – het Departement Omgeving, het Departement Zorg, de VMM en de OVAM – delen de bezorgdheid van de Ronsenaars over de aanwezigheid van zorgwekkende stoffen, zoals PFAS, en pakken deze op twee manieren aan: het beperken van vervuiling aan de bron en het vermijden van blootstelling van buurtbewoners aan die vervuilende stoffen. Intussen hebben ook constructieve gesprekken plaatsgehad met het stadsbestuur van Ronse.
Om de vervuiling aan de bron aan te pakken, volgen we de lozing en de uitstoot van de vermoedelijk verantwoordelijke textielbedrijven nauwgezet op. Op deze manier komen de stoffen in de Molenbeek, de lucht, het grondwater en de bodem in de buurt van deze bedrijven terecht. Als de uitstoot onaanvaardbaar is, treden onze milieu-inspecteurs op. Daarnaast kregen de bedrijven ook bijkomende bijzondere voorwaarden opgelegd zodat ze zelf hun verantwoordelijkheid nemen door hun impact in kaart te brengen en uitstoot te minimaliseren.
In juli 2024 werden in Ronse verhoogde PFAS-waarden gemeten in depositie (de PFAS die uit de lucht neervallen in de omgeving). Hoewel de eerste metingen zorgwekkend waren, vertoonden de daaropvolgende metingen tot en met oktober 2024 geen verhoogde waarden meer. In 2026 verwachten we de resultaten van het opvolgonderzoek rond depositie. De huidige beschikbare milieumetingen tussen 2021 en nu hebben vooralsnog niet aangetoond dat bijkomende voorzorgsmaatregelen nodig zijn.
Blootstelling vermijden
In Ronse is ook een historische bodemverontreiniging aanwezig. In 2021 werd door OVAM aangetoond dat de waterbodem en de oevers van de Molenbeek al zwaar belast waren uit het verleden. Dit heeft samen met de resultaten van een onderzoek van bodem en grondwater op een iets verdere afstand van de Molenbeek in 2022 geleid tot de gekende no regret-maatregelen. Vervolgens is de provincie Oost-Vlaanderen, als waterloopbeheerder, aan zet om een waterbodemonderzoek van de Molenbeek uit te voeren om de (water)bodem- en grondwaterverontreiniging in de omgeving ervan meer gedetailleerd in kaart te brengen.
De Provincie Oost-Vlaanderen is intussen gestart met het in beeld brengen van de waterbodemkwaliteit op locaties ter hoogte van lozingspunten en overstorten van rioleringen. Deze resultaten werden overgemaakt aan de OVAM. Op 2 plaatsen werden licht verhoogde concentraties vastgesteld. De provincie start dit jaar nog verder onderzoek op.
Bijkomende onderzoeken
Omwille van de aanhoudende bezorgdheid van de bevolking zijn in opdracht van het Departement Zorg recent nog bijkomende staalnames uitgevoerd op binnen- en buitenstof in een school in de buurt van textielbedrijf Utexbel. Dit met de bedoeling mogelijke blootstelling via de schoolomgeving al-dan-niet te kunnen uitsluiten. De resultaten hiervan worden verwacht begin 2026.
OVAM heeft Utexbel gevraagd een bodemonderzoek naar PFAS uit te voeren op haar terrein en in de onmiddellijke omgeving, met specifieke aandacht voor de school in de buurt. We verwachten dat deze resultaten richtinggevend zullen zijn om de grootteorde van blootstelling beter te kunnen inschatten.
Het zou logisch kunnen lijken om mensen die mogelijk zijn blootgesteld via een bloedtest te screenen, en om zo gerichte zorg te bieden die de impact op hun gezondheid vermindert. Vanuit het (voortschrijdend) wetenschappelijk inzicht weten we echter dat er momenteel geen betrouwbare gegevens beschikbaar zijn om zo’n individuele screening te rechtvaardigen.
Hoe gaat het verder?
Het is belangrijk op basis van correct wetenschappelijk inzicht meer kennis te vergaren over de blootstelling aan PFAS. Daarvoor voert de Vlaamse overheid een onderzoeksprogramma uit. Eerst en vooral moeten milieumetingen de problematiek gedetailleerd in kaart brengen. Het zullen die metingen zijn (en niet de bloedresultaten) op basis waarvan bron- en blootstellingsbeperkende maatregelen worden genomen. Die resultaten kunnen vervolgens aanleiding geven tot een studie die de relatie ‘bron-blootstelling-belasting-effect’ gedetailleerd in kaart brengt, in zoverre inzicht al niet beschikbaar is uit bijvoorbeeld de situatie in Zwijndrecht.
We beseffen dat de PFAS-uitdagingen de draagkracht van lokale besturen overstijgt. De Vlaamse overheid zal de stad Ronse nog beter structureel op de hoogte houden van haar aanpak en de lopende initiatieven met betrekking tot bronaanpak en blootstellingsbeperking.