Gedaan met laden. U bevindt zich op: Gezamenlijke monitoring projecten ‘hittebestendige stad’ i.s.m. UGent Nieuwsberichten

Gezamenlijke monitoring projecten ‘hittebestendige stad’ i.s.m. UGent

Nieuwsbericht
4 juli 2022

Vlaams minister Somers heeft op initiatief van Prof. Caluwaerts van de UGent en de betrokken steden beslist om de effecten van de vier geselecteerde projecten uit de thematische oproep ‘hittebestendige stad’ te monitoren. Dit gebeurt aan de hand van een meetcampagne die loopt van de zomer 2022 tot het najaar 2025. Hiermee wil de minister de effecten van deze projecten in kaart brengen op de hittestress.

Hittestress in steden en risico’s voor de gezondheid

De temperatuur in steden ligt doorgaans hoger dan in de omringende natuurlijke gebieden. Gemiddeld loopt dit verschil op tot enkele °C, maar er worden ook dagen genoteerd met uitschieters tot 7 à 8 °C. Het stedelijk hitte-eilandeffect wordt veroorzaakt door de hoge absorptie en het vasthouden van hitte door bijvoorbeeld beton, asfalt, steen. Ook de densiteit en de omvang van de bebouwing heeft een belangrijk effect. Het gebrek aan groen en aan wateroppervlakken zorgen voor een vertraagde afkoeling. Vooral ouderen, kinderen, sociaal geïsoleerde personen en chronisch zieken ondervinden hiervan gezondheidshinder.

Unieke samenwerking tussen 4 steden, UGent en het Agentschap Binnenlands Bestuur, zowel wetenschappelijk als beleidsrelevant

Het project is een uniek voorbeeld van een slimme samenwerking. We poolen immers weerstations tussen de verschillende steden zodat niet elke stad op zich materiaal moet aankopen, maar weerstations afwisselend in de diverse steden ingezet worden.

De geplande meetcampagne heeft zowel een beleidsrelevantie als wetenschappelijke waarde. Het project zal belangrijke inzichten opleveren omtrent de impact van diverse hittemaatregelen (ontharden, vergroenen, waterrecuperatie en -infiltratie) en kan zo tot lokale en bovenlokale beleidsaanbevelingen leiden rond hoe we hittestress in steden verder kunnen reduceren. Daarnaast is het wetenschappelijk interessant omdat er internationaal nog maar zelden doorgedreven studies verbonden zijn aan ingrijpende herinrichtingen. Vlaanderen kan hierdoor een pionier zijn op vlak van internationaal relevant onderzoek. De diversiteit van de verschillende projecten (van ontharding en vergroening centrale markt tot groene aanleg plein en straat) laat toe om de impact van verschillende maatregelen te gaan bekijken.

Voor- en nameting, start in Sint-Niklaas en Mechelen deze zomer

Er wordt voor elk project een voor- en nameting georganiseerd met 4 weerstations om de impact van de herinrichting te bestuderen. Bij de nameting (enkele jaren na de voormeting) zullen de weerstations op dezelfde locatie geplaatst worden als destijds bij de voormeting. Drie weerstations komen op plaatsen waar er significante wijzigingen aangebracht zullen worden (bv. ontharding, waterelement, aanplant bomen, luifel,…) en één weerstation wordt op een naburige locatie geplaatst waar geen wijzigingen verwacht worden. Door gebruik te maken van metingen op deze referentielocatie kan het verschil in weersomstandigheden tussen voor- en nametingen in rekening gebracht worden.

De meetcampagnes duren ongeveer 1 maand gedurende het zomerhalfjaar wat toelaat om jaarlijks minstens 2 meetcampagnes te organiseren. De weerstations die gebruikt zullen worden meten met een 5-min frequentie temperatuur, relatieve vochtigheid, straling (met zogenaamde zwarte bol thermometer), neerslag en wind. Uit deze gegevens kunnen dan hittestress indicatoren berekend worden zoals WBGT (Wet Bulb Globe Temperature – index thermische belasting). De weerstations maken gebruik van de technologie van het VLINDER project (zonnepaneel + batterij voor stroom, Nb-IoT voor datacommunicatie). De data zullen in realtime op een dashboard te volgen zijn en na elke meetcampagne worden de data aan de betrokken stad bezorgd.

De eerste nulmeting start deze zomer in Sint-Niklaas (augustus) en Mechelen (september).

Graag schetsen we hieronder nog eens de diverse projecten die in december 2021 zijn goedgekeurd door de Vlaamse Regering.

© Bas Smets

Genk: Klimaat-adaptieve herprogrammatie stadscentrum – herinrichting Grote Markt tot stadsbos

Dit project beoogt de realisatie van een stadsbos, als onderdeel van een verregaande strategie voor vergroening en ontharding van het Genkse stadscentrum. Dit kadert in twee belangrijke transitie-uitdagingen die de stad wil aangaan: Klimaatadaptatie en Transitie van het stadscentrum. Het doel is om te evolueren naar een future proof omgeving. Het project vertrekt vanuit de inzet op vergroening en ontharding omdat beide impact hebben op de luchtkwaliteit, verkoeling, schaduw, waterinfiltratie,… Het tweede uitgangspunt vertrekt van het landschappelijke kader van Genk als groenste centrumstad van Vlaanderen waarbij groen versterkt wordt teruggebracht in de vallei als identiteitsdrager voor Genk. Dit project wordt gerealiseerd met het bureau Bas Smets.

Mooi is dat het project ook nadenkt over een nieuwe toekomstbestendige stadskerneconomie. In plaats van vast te houden aan een wekelijkse markt die op centraal op een verhard plein moet georganiseerd worden, bekijkt de stad in een open partnerschap met horeca, lokale ondernemers, … hoe een wekelijkse markt misschien meer gespreid kan georganiseerd worden in de stad waarbij het stadsbos en de vergroening de vernieuwde trekpleisters kunnen zijn.

© GHB Landskabsarkitekter / Steven Achiam

Roeselare: Moerman Klimaatpark

Het project Moerman Klimaatpark betreft het klimaatsbestendig heraanleggen van een grote verharde oppervlakte in het centrum van de stad Roeselare. Als voorbeeld kijken ze hiervoor naar Tasinge Plads in Kopenhagen. De asfaltvlakte is momenteel nog goed voor meer dan 300 parkeerplaatsen. De Moermanparking is op schaal van de stad een hele grote open ruimte maar ze draagt niet bij tot het stadsleven. De stad is recent volle eigenaar geworden van de site. De ambitie van dit project is om de huidige Moermanparking om te dopen tot het Moerman Klimaatpark. Een klimaatadaptief plein/park in het hart van de stad. Door de aanzienlijke oppervlakte kan een ingreep met focus op vergroening en ontharding een enorme impact hebben op de hittestress in Roeselare. Zo moet de plek transformeren naar een grote koeltezone in het verharde en dichtbebouwde centrum van de stad. Een groenblauwe long in het verlengde van de Ronde Kom en de Kleine Bassin en op een steenworp van het kernwinkelgebied. Dit sluit aan op het klimaatadaptieplan dat medio 2021 in samenwerking met Witteveen+Bos gerealiseerd is.

Globaal gezien is dit een sterk project dat een aanzienlijke bijdrage kan leveren aan het verminderen van het stedelijk hitte-eilandeffect in een stad waar in het verleden weinig ingezet werd op vergroening en verduurzaming. Het project zou een kantelpunt kunnen betekenen na een lange periode van sterke en grijze verharding. Het is een moedige en belangrijke beleidskeuze om het Moermanplan niet te vermarkten, maar het integraal voor te behouden als klimaatplein.

Mechelen: Koele straten, koele stad

De stad Mechelen test de heraanleg van een straat die ze maximaal hittebestendig inrichten. De stad Mechelen gebruikt hiervoor de fijnmazige hittekaart en een hittetool (adaptatietool) die in opmaak is voor VMM. De Paardenkerkhofstraat is gekozen als case om verder terreinervaring op te bouwen rond hittebestendige maatregelen. De straat is onderhevig aan het stedelijk hitte-eilandeffect. Uit de hittekwetsbaarheidskaart blijkt dat de wijk een zeer kwetsbare bevolking heeft op basis van inkomen, werkloosheidsgraad en diploma. Een nieuwe koele as kan verbindend werken in deze diverse wijk met vele sociale uitdagingen. Er wordt een ontwerp gemaakt dat plekken met een hoge gevoelstemperatuur aanpakt en dat de luchttemperatuur (’s nachts) verlaagt. De straat wordt een koele as die zachte mobiliteit faciliteert voor de hele wijk. Er wordt ingezet op ventilatie, beschaduwen, verdamping en reflectie. Inzake maatregelen op het openbaar domein worden een koelteplein met natuurlijke luifel en levende muren, groene looppaden, waterelementen, … onderzocht. In het voorliggend project worden 5 typische hitte-ingrepen uitgevoerd met voor- en nameting die het nut ervan demonstreren. Er wordt hierbij sterk ingezet op co-creatie. Bewoners zullen dus mee data verzamelen en ook inzicht krijgen in hoe ze de temperatuur in hun woning kunnen doen dalen tijdens de zomermaanden.

© ALS_O

Sint-Niklaas: De groenblauwe Grote Markt

De stad Sint-Niklaas wil zijn Grote Markt hittebestendiger maken door voluit te kiezen voor meer groen en minder ontharding. Dit project wil lokaal niet alleen voor verkoeling zorgen maar ook een impact hebben op de luchttemperatuur (door hoogstammig groen aan te planten in een brede strook aan de rand van de Grote Markt). Het project maakt deel uit van een globaler project dat is ingediend in kader van de open oproep van de Vlaamse bouwmeester en kadert binnen het klimaatplan/warmteactieplan en het adaptatieplan dat in opmaak is. Uit een analyse aan de hand van hittekaarten blijkt dat de Grote Markt een grote prioriteit heeft op vlak van hitte. De stad Sint-Niklaas wil hittebestendiger worden door in te zetten op vergroening, ontharding, beschaduwing, blauwgroene dooradering en verdamping. Het hittebeleid vertrekt vanuit een geïntegreerde aanpak waarbij ook de uitdagingen op vlak van droogte en wateroverlast (infiltratie verhogen, waterbuffering), energie (aircogebruik verminderen) en sociale kwetsbaarheid gecombineerd worden aangepakt. Data worden ingezet om waterbuffersystemen te dimensioneren. Het project heeft ook oog voor andere uitdagingen zoals duurzame mobiliteit, luchtkwaliteit, waterbalans en ruimtelijke kwaliteit. Deze sterk geïntegreerde benadering vertaalt zich ook in de monitoring waarbij naast de luchttemperatuur ook de luchtkwaliteit, de verkeersbewegingen, de bezoekersaantallen, … zullen worden opgevolgd. De uitgesproken keuze voor meer ruimtelijke kwaliteit en een koelere leefomgeving zal ook het kernwinkelgebied aantrekkelijker maken. Met dit project maakt het stadsbestuur van Sint-Niklaas een sterke toekomstgerichte keuze op duurzaamheid en zet ze de toon voor andere steden.