Voltooide deelwoorden van onregelmatige werkwoorden hebben meestal dezelfde klinker- en medeklinkerwisselingen als in de verledentijdsstam (gezocht), maar eindigen in veel gevallen niet op -t of -d, maar op -en (gelopen, gevonden). Voor de vorm van die voltooide deelwoorden zijn er geen sluitende regels.
Regel 1
Voeg bij regelmatige werkwoorden de uitgang -t aan de stam toe als de verleden tijd eindigt op -te(n). Voeg de uitgang -d toe als de verleden tijd eindigt op -de(n).
Voeg geen extra -t of -d toe als de stam al eindigt op een -t of -d. Een regelmatig werkwoord is een werkwoord dat in de verleden tijd dezelfde stam heeft als in de tegenwoordige tijd (dweil - dweilde, hark - harkte).
Regel 2
Verbuig een voltooid deelwoord zoals een bijvoeglijk naamwoord als het bijvoeglijk wordt gebruikt.
Voeg de uitgang -e toe en pas waar nodig de regels toe voor enkele of dubbele klinker en enkele of dubbele medeklinker.