Regel 1

Gebruik voor de gebiedende wijs de vorm van de eerste persoon enkelvoud in de tegenwoordige tijd.

Bij de werkwoorden glijden, houden, rijden en snijden kan de -d in de gebiedende wijs weggelaten worden, zoals in de uitspraak. De gebiedende wijs van zijn is wees.

De gebiedende wijs met de uitgang -t komt alleen nog voor in vaste combinaties, bijvoorbeeld komt allen tezamen, bezint eer ge begint.

Voorbeelden

- Duid aan of uw kind meekomt.
- Ga naar huis.
- Houd/hou je aan de regels.
- Leid je ploeg naar het veld.
- Meld u aan bij de balie.
- Snijd/snij het vlees.
- Verhuis uw inboedel.
- Wees voorzichtig.
- Wend u tot het secretariaat.
- Word vandaag nog lid.
- Zeef de bloem.

Regel 2

Gebruik in zinnen met een gebiedende of aansporende functie waarin het onderwerp jij of u is uitgedrukt, de vorm van de tegenwoordige tijd die bij het onderwerp hoort.

Voorbeelden

- Begeeft u zich naar de balie.
- Duidt u maar aan of uw kind meekomt.
- Ga jij maar naar huis.
- Kom jij eens hier.
- Houdt u zich maar aan de regels.
- Meldt u zich aan bij de balie.
- Wendt u zich tot het secretariaat.