Regel 1
Gebruik voor de gebiedende wijs de vorm van de eerste persoon enkelvoud in de tegenwoordige tijd.
Bij de werkwoorden glijden, houden, rijden en snijden kan de -d in de gebiedende wijs weggelaten worden, zoals in de uitspraak. De gebiedende wijs van zijn is wees.
De gebiedende wijs met de uitgang -t komt alleen nog voor in vaste combinaties, bijvoorbeeld komt allen tezamen, bezint eer ge begint.
Regel 2
Gebruik in zinnen met een gebiedende of aansporende functie waarin het onderwerp jij of u is uitgedrukt, de vorm van de tegenwoordige tijd die bij het onderwerp hoort.