Gedaan met laden. U bevindt zich op: Aaneenschrijven - 16. Bijzondere combinaties Aaneenschrijven

Aaneenschrijven - 16. Bijzondere combinaties

Hieronder staan enkele regels die verband houden met het aaneenschrijven van bijzondere combinaties.

Regel 1 - Reduplicaties

Schrijf reduplicaties en bijna-reduplicaties aaneen.

Een reduplicatie is een herhaling van een lettergreep of een woorddeel in een woord. Als er een klinker- of medeklinkerwisseling is, spreken we van een bijna-reduplicatie.
Woorden die met dezelfde betekenis ter versterking herhaald worden, zijn niet als reduplicaties te beschouwen (kom kom, snel snel, vlug vlug, waf waf).

Voorbeelden
  • couscous, dingdong, hèhè, pilipili, rikketik, rimram, zozo
  • in samenstellingen: pilipilisaus

Regel 2 - Zelfnoemfunctie

Schrijf in samenstellingen waarin een deel zelfnoemfunctie is, een koppelteken tussen het deel met zelfnoemfunctie en het andere deel.

Een woord heeft zelfnoemfunctie als het naar zichzelf als gesproken of geschreven woord of woorddeel verwijst.

Voorbeelden
  • ja-stem, ja-stemmer, nee-antwoord, het-woord, meervouds-en
  • bijzondere gevallen: jawoord (trouwbelofte), jaknikker (iemand zonder eigen mening, pompinstallatie), neekamp

Zie ook