De werkwoordsvormen geschied en geschiedt worden weleens met elkaar verward. Dat komt doordat ze dezelfde uitspraak hebben.
- het geschiedt
bij inversie: geschiedt het - voltooid deelwoord: het is geschied
Er is een eenvoudig trucje om te achterhalen of u de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd met -d of -dt moet schrijven: vergelijk het werkwoord waarover u twijfelt met een werkwoord waarvan de stam niet op een d of een t eindigt – bijvoorbeeld voorvallen of lukken – en spel het op dezelfde manier.
- Kennisgeving geschiedt door publicatie op onze website, met stam + -t zoals in kennisgeving lukt door publicatie op onze website
Er is ook een trucje om te achterhalen of u aan het eind van het voltooid deelwoord -d of -t moet schrijven. U kunt daarvoor vergelijken met de verledentijdsvorm. Als die op -de(n) eindigt, krijgt ook het voltooid deelwoord een -d. Als de verledentijdsvorm op -te(n) eindigt, krijgt ook het voltooid deelwoord een -t.
- Gerechtigheid is geschied, met een -d zoals in (het) geschiedde
Om te achterhalen of u wel degelijk met een voltooid deelwoord te maken hebt, kunt u het werkwoord vervangen door een werkwoord dat in het voltooid deelwoord ge- toegevoegd krijgt en niet al ge- heeft in de infinitief, zoals voorvallen. Bij zulke werkwoorden is er geen verwarring mogelijk tussen het voltooid deelwoord en een andere vorm.
- Gerechtigheid is geschied, vergelijkbaar met gerechtigheid is voorgevallen
Vergelijkbare werkwoordsvormen met ge- die tot twijfel kunnen leiden, zijn geleid / geleidt.