De werkwoordsvormen ontwikkeld en ontwikkelt worden weleens met elkaar verward. Dat komt doordat ze dezelfde uitspraak hebben.
- jij ontwikkelt, u ontwikkelt, hij ontwikkelt, zij ontwikkelt
bij inversie: ontwikkelt u, ontwikkelt hij, ontwikkelt zij - voltooid deelwoord: ik heb ontwikkeld
- als bijvoeglijk naamwoord: een ontwikkeld product
Er is een eenvoudig trucje om te achterhalen of u de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd met -t of -d moet schrijven: vergelijk het werkwoord waarover u twijfelt met een werkwoord waarover u niet twijfelt – bijvoorbeeld vormen – en spel het op dezelfde manier.
- hij ontwikkelt, met stam + -t zoals in hij vormt
- ontwikkelt u, met stam + -t zoals in vormt u
Er is ook een trucje om te achterhalen of u aan het eind van het voltooid deelwoord -d of -t moet schrijven. U kunt daarvoor vergelijken met de verledentijdsvorm. Als die op -de(n) eindigt, krijgt ook het voltooid deelwoord een -d. Als de verledentijdsvorm op -te(n) eindigt, krijgt ook het voltooid deelwoord een -t.
- ik heb ontwikkeld, met een -d zoals in (ik) ontwikkelde
Om te achterhalen of u wel degelijk met een voltooid deelwoord te maken hebt, kunt u het werkwoord vervangen door een werkwoord dat in het voltooid deelwoord ge- toegevoegd krijgt en niet al ge- heeft in de infinitief, zoals creëren. Bij zulke werkwoorden is er geen verwarring mogelijk tussen het voltooid deelwoord en een andere vorm.
- ze hebben een product ontwikkeld, vergelijkbaar met ze hebben een product gecreëerd
Vergelijkbare werkwoordsvormen met ont- die tot twijfel kunnen leiden, zijn: ontcijferd / ontcijfert, ontdooid / ontdooit, ontdubbeld / ontdubbelt, onterfd / onterft, ontfutseld / ontfutselt, ontgroend / ontgroent, onthuld / onthult, ontkiemd / ontkiemt, ontluisd / ontluist, ontroerd / ontroert, ontsierd / ontsiert, ontvlamd / ontvlamt, ontvlooid / ontvlooit, ontvolgd / ontvolgt, ontward / ontwart.