Zowel verbreedde als verbrede is correct, maar het zijn vormen met een verschillende functie.

Verbreedde is de verleden tijd van het werkwoord verbreden. De stam van verbreden is verbreed. Om de verleden tijd te vormen, voegen we -de(n) toe aan de stam: verbreed + de(n) = verbreedde(n).

• De stratenmaker verbreedde de weg.
• Omdat een noodsituatie afgekondigd was, verbreedden ze hun werkterrein.
• De buurtwinkels verbreedden hun aanbod zodat ze beter konden concurreren met de supermarkten.

Verbrede is een verbogen vorm van het voltooid deelwoord verbreed. Een voltooid deelwoord kan gebruikt worden als bijvoeglijke bepaling bij een zelfstandig naamwoord. Het wordt dan verbogen als een gewoon bijvoeglijk naamwoord.

• de verbrede weg, met enkele -e- en enkele -d- zoals in de brede weg, niet zoals de persoonsvorm in hij verbreedde de weg