Gedaan met laden. U bevindt zich op: ILO-werkloosheidsgraad

ILO-werkloosheidsgraad

De ILO-werkloosheidsgraad stijgt in Vlaanderen licht naar 3,3% - weliswaar nog steeds een historisch laag niveau. Het gaat om het aandeel werklozen in de werkende bevolking van 15 tot 64 jaar. De werkloosheidsgraad is het hoogst bij mannen, de leeftijdscategorie 15- tot 34-jarigen en laaggeschoolden. 

In de periode 1999-2017 schommelde de werkloosheidsgraad rond 4,5%, met in 2003 de hoogste werkloosheidsgraad (5,7%). In 2022 was de werkloosheidsgraad nog nooit eerder zo laag. Het daalde van 3,9% in 2021 tot 3,2% het jaar nadien. In 2023 bedraagt het 3,3%.

Evolutie in (interactieve) grafiek

Vanaf 2021 is er een groter verschil op te merken tussen mannen en vrouwen, waarbij mannen een hogere werkloosheidsgraad kennen. In 2023 bedraagt de ILO-werkloosheidsgraad van mannen 3,8% en van vrouwen 2,9%.

Wat leeftijdsgroepen betreft, zien we een hogere werkloosheidsgraad bij 15- tot 34-jarigen. In 2023 bedroeg deze 6,0%. Dat is 0,7 ppt. hoger dan in 2022. De werkloosheidsgraad daalt naarmate de leeftijd toeneemt. Bij alle leeftijdsgroepen verminderde de werkloosheidsgraad tussen 1999 en 2023.

In de periode 1999-2022 lag de werkloosheidsgraad steeds het hoogst bij kortgeschoolden. In 2023 bedroeg dit 5,7%. Dat is iets lager dan in 2022, toen de werkloosheidsgraad 5,9% bedroeg.

De data zijn afkomstig van: EAK Statbel, via Steunpunt Werk en Statistiek Vlaanderen