Leerlingenpremie alternerende opleiding
Leerlingen die een duale opleiding volgen in het secundair onderwijs leren hun vak zowel op school als op de werkvloer. Met de leerlingenpremie alternerende opleiding wil de Vlaamse overheid die leerlingen motiveren om de opleiding succesvol te beëindigen.
Voorwaarden
- De leerling heeft een overeenkomst in het kader van een alternerende opleiding secundair onderwijs die leidt naar een Vlaamse onderwijs- of beroepskwalificatie:
- een overeenkomst van alternerende opleiding (OAO)
- een stageovereenkomst alternerende opleiding (SAO)
- een deeltijdse arbeidsovereenkomst (sociale maribel).
- De leerling woont in het Vlaams Gewest
- De leerling wordt, volgens de Dimona-aangifte van de onderneming, minstens 4 maanden opgeleid op de werkplek in elk schooljaar waarvoor de premie wordt aangevraagd. Dit kunnen meerdere overeenkomsten bij dezelfde werkgever zijn.
Bedrag en uitbetaling
De leerlingenpremie alternerende opleiding bedraagt 500 euro. De premie wordt 1 keer per schooljaar uitbetaald. De leerling kan de premie maximaal 3 keer ontvangen. Eerder ontvangen startbonussen worden meegeteld.
De leerling ontvangt de beslissing via eBox of brief.
Aanvraagprocedure
Leerling
- Wordt de leerling opgeleid in een onderneming in het Waals Gewest of in het buitenland? Dan moet de leerling uiterlijk op 31 augustus van het betrokken schooljaar een kopie van de overeenkomst en een ondertekende verklaring(PDF bestand opent in nieuw venster) bezorgen via werkplekduaal@vlaanderen.be(opent in uw e-mail applicatie)
- Wordt de leerling opgeleid in een onderneming in het Vlaams Gewest of in Brussel? Dan neemt de opleidingsverstrekker de aanvraag voor zijn rekening.
Opleidingsverstrekker
De opleidingsverstrekker moet de overeenkomst in het kader van een duale opleiding, inclusief de verklaring dat de leerling de premie wil ontvangen, opladen in het digitale loket app.werkplekduaal.be. Hij doet dat binnen de 3 maanden na de start van de overeenkomst.
Belastingen en fiscaliteit
De leerlingenpremie alternerende opleiding moet niet vermeld worden in de aangifte van personenbelasting. De premie moet wel in rekening gebracht worden om de nettobestaansmiddelen van de leerling te bepalen. Overschrijden de nettobestaansmiddelen een bepaald bedrag, dan is de leerling niet meer fiscaal ten laste van de ouders.
Voor inkomstenjaar 2024 (aanslagjaar 2025) is het maximum aan nettobestaansmiddelen 7.290 euro.
Meer informatie over nettobestaansmiddelen vindt u op de website van FOD Financiën(opent in nieuw venster).
Regelgeving en documenten
- Alternerende opleidingen: Besluit Vlaamse Regering 10 juni 2016(PDF bestand opent in nieuw venster)
- Decreet van 25 maart 2022(opent in nieuw venster) tot regeling van bepaalde aspecten van duale opleidingen in het volwassenenonderwijs
- Decreet van 23 december 2022(PDF bestand opent in nieuw venster) over de premie Kwalificerend werkplekleren voor ondernemingen en de Leerlingenpremie alternerende opleiding
- Besluit van de Vlaamse Regering(PDF bestand opent in nieuw venster) tot uitvoering van het decreet van 23 december 2022 betreffende de premie kwalificerend werkplekleren voor ondernemingen en de leerlingenpremie alternerende opleiding en wijziging van het kwaliteitstoezichtbesluit voor de beleidsvelden werkgelegenheid en professionele vorming van 19 juli 2019
- Decreet tot wijziging van artikel 2 van het decreet van 23 december 2022(PDF bestand opent in nieuw venster) over de premie kwalificerend werkplekleren voor ondernemingen en de leerlingenpremie alternerende opleiding, wat de aanpassing aan de omvorming van het zevende leerjaar tot een beroepskwalificatie betreft”
- Verklaring leerling(PDF bestand opent in nieuw venster)