Verplicht op te zoeken gegevens
Op te zoeken gegevens = gekende gegevens
Het inspectieprotocol bepaalt dat gekende gegevens moeten ingevoerd worden.
Soms is het nodig en zelfs verplicht om eerst een opzoeking te doen om het gekende gegeven te achterhalen.
De websites van de fabrikanten bevatten technische fiches met technische informatie die bij de opmaak van een EPC moet ingevoerd worden.
Het opzoeken is o.a. verplicht in volgende gevallen:
- Referentiejaar bouw
Het bouwjaar wordt opgevraagd bij de eigenaar, gemeente, via Woningpas, kadastraal uittreksel, notariële akte, stedenbouwkundige of omgevingsvergunning,.. Zo nodig wordt teruggerekend naar het referentiejaar bouw conform de bepalingen van het inspectieprotocol
Raadpleeg de werkwijze en voorbeelden hoe het referentiejaar bouw kan bepaald worden. - Gedeclareerde lambda- of R-waarde isolatiemateriaal
Als het merk en type van een isolatiemateriaal gekend zijn uit een aanvaard bewijsstuk, moeten de eigenschappen hiervan opgezocht worden op de website van de fabrikant of een aanvaarde bron (EPBD(opent in nieuw venster), ATG(opent in nieuw venster), ...) - U- en g-waarde van beglazing
Met de gegevens uit de afstandshouder (en de breedte van de luchtspouw) worden de U- en g-waarde opgezocht op de website van de fabrikant of op de website van het Verbond van de Glasindustrie(opent in nieuw venster). - Testrendement bij 30% deellast van een verwarmingsketel
Met het merk, type (eventueel serienummer) en referentiejaar fabricage wordt het testrendement opgezocht op de website van de fabrikant. - Energie-efficiëntieklasse (en capaciteitsprofiel) van een opwekker voor ruimteverwarming of sanitair warm water
Met het merk, type, referentiejaar fabricage (en inhoud) wordt de energie-efficiëntieklasse (en capaciteitsprofiel) opgezocht in het energielabel, de productkaart of op de website van de fabrikant.
Bij een kwaliteitscontrole wordt het niet opzoeken van gekende gegevens beschouwd als een fout.
Bewijsstukken
Vooraleer gegevens uit documenten mogen overgenomen worden moet nagegaan worden of
- aan de voorwaarden voor bewijsstukken is voldaan (zie inspectieprotocol delen II, V en verder)
- het bewijsstuk een aanvaarde bron is voor het invoergegeven.
Voorwaarden bewijsstukken
Een woning werd in de jaren ‘70 gebouwd in een verkaveling in Borgerhout. Voor de opmaak van een EPC van een woning zijn er verschillende documenten voorhanden:
- plan
- factuur van beglazing van de woning
- factuur van de beglazing van een latere aanbouw
- aankoopakte van de woning.
Enkele bewijsstukken vertonen een onvolledig adres:
- het plan maakt enkel melding van de straat en het lotnummer van de verkaveling
- de factuur van de beglazing in de woning heeft een onvolledig adres.
Door de combinatie van bewijsstukken kan afgeleid worden dat de documenten over één en dezelfde woning gaan en daardoor kunnen aanvaard worden:
De akte koppelt de eigenaar zowel aan zijn oude verblijfsadres als aan het adres van de wooneenheid. Dankzij die koppeling kunnen de documenten met onvolledig adres aanvaard worden als bewijs. De relatie tussen de eigenaar met het huidige adres wordt verder bevestigd door het meest recente bewijsstuk, namelijk de factuur van de beglazing van de aanbouw die een volledig adres vertoont.
Factuur glas bestaande woning
Factuur glas nieuwe aanbouw
Producteigenschappen bepalen
Het bepalen van (de getalwaarde van) producteigenschappen van opake delen en openingen, zoals isolatie en glaseigenschappen, mag enkel uit bepaalde bronnen en bewijstukken en onder bepaalde voorwaarden.
Raadpleeg de correcte werkwijze en voorbeelden om de invoergegevens uit de bewijsstukken te bepalen.
Invoergegevens overnemen
Het stappenplan van de gebouwschil bepaalt in stap 1 dat U- of R-waarden van een schildeel moeten worden overgenomen als deze bekend zijn uit een definitieve EPB-aangifte, een vroeger ingediend EPC, of bronnen aanvaard voor de getalwaarde van product-eigenschappen (zie inspectieprotocol deel V).
Er zijn echter gevallen waarin het niet toegelaten is om parameters over te nemen. Deze worden hierna besproken.
Visuele inspectie
Het bepalen van (de getalwaarde van) producteigenschappen van opake delen en openingen, zoals isolatie en glaseigenschappen, mag enkel uit bepaalde bronnen en onder bepaalde voorwaarden.
Raadpleeg de correcte werkwijze en voorbeelden om de invoergegevens uit de visuele vaststellingen te bepalen.
Wanneer de aanwezigheid van isolatie vermoed wordt, maar niet kan aangetoond worden met bewijsstukken (omdat er bijvoorbeeld geen voorhanden zijn) en niet eenvoudig kan vastgesteld worden, dan is het aangeraden over te gaan op destructief onderzoek.
Er zijn drie mogelijkheden om informatie uit een verslag van destructief onderzoek te kunnen overnemen in het EPC:
- De energiedeskundige is aanwezig tijdens het destructief onderzoek en kan ter plaatse het isolatiemateriaal en de isolatiedikte vaststellen. Hij neemt voldoende detail- en overzichtsfoto’s als staving voor het projectdossier.
- De energiedeskundige ontvangt een fotoreeks van het destructief onderzoek. De foto’s moeten voldoende gedetailleerd en duidelijk zijn om het isolatiemateriaal en de isolatiedikte vast te stellen. Bij voorkeur bevat de fotoreeks ook een foto van de isolatiedikte gepositioneerd naast een meetlat. Tevens moet de fotoreeks minstens één overzichtsfoto bevatten die toelaat om de plaats van het destructief onderzoek of de detailfoto’s te linken aan het gebouw of de gebouweenheid. Dit kan bijvoorbeeld door een foto te nemen van de ruimere omgeving of van de schouw van het gebouw of de gebouweenheid.
- De energiedeskundige ontvangt een verslag van destructief onderzoek dat werd opgemaakt door een derde (zoals expert, … ). Het verslag bevat minstens volgende gegevens: de auteur, de datum en het adres van het gebouw of de gebouweenheid of een overzichtsfoto waardoor het verslag kan gelinkt worden aan het gebouw of de gebouweenheid, overzichts- én detailfoto’s die de geschreven informatie over de isolatie in het verslag bevestigen.
Appartementsgebouwen
Bij de opmaak van een EPC Gemeenschappelijke Delen (al dan niet in het kader van de dakisolatienorm) is het interessant aanwezig te zijn bij het destructief onderzoek.
Bij de vaststelling van dakisolatie bij platte daken wordt dergelijk destructief onderzoek vaak uitgevoerd door een aannemer of gespecialiseerde firma.
Informeer u bij de eigenaar(s) en/of gebouwbeheerder.
Voorbeeld van een sequentie van foto’s van destructief onderzoek op een dak
Projectdossier
Bij een kwaliteitscontrole of een controle op een projectdossier, moeten alle bewijsstukken samen met de ondertekende aanstiplijst, het grafisch dossier en fotografisch dossier overgemaakt worden aan het VEKA.
U bent uw bewijsstukken kwijt en kunt geen argumenten indienen? Uw laptop werd gestolen of uw computer is gecrasht?
Dit zijn geen aanvaarde argumenten om geen bewijsstukken of onvolledig projectdossier in te dienen bij een kwaliteitscontrole van een EPC. Een projectdossier moet 10 jaar worden bijgehouden na opmaak van het EPC.
Een energiedeskundige moet alle redelijke maatregelen nemen om aan deze wettelijke verplichtingen te voldoen. Wanneer de energiedeskundige geen aanvaardbare argumenten kan voorleggen, kan de energiedeskundige geschorst worden voor meerdere maanden vanwege het niet naleven van de Energieprestatieregelgeving.
Voorzie dus altijd kopieën op een externe harde schijf en/of in de cloud. Bij de keuze van uw back-up systeem houdt u rekening met de periode van 10 jaar. Uw projectdossiers moeten gedurende die periode beschikbaar en leesbaar blijven.
Tijdens het plaatsbezoek worden de opmeting en vaststellingen vaak op papier genoteerd. Mocht het noodlot toch toeslaan op uw digitale schetsen, kunt u altijd nog deze notities herwerken en indienen.
Richtlijnen opmaak schets appartementsgebouw
In de software moet een schets van het appartementsgebouw opgeladen worden. De schets heeft als bedoeling duidelijk te maken wat het beschermde volume van het gebouw is, waar de verschillende schildelen zich bevinden en wat hun begrenzingen zijn.
Vind hier de richtlijnen voor de schets van een appartementsgebouw.