Gedaan met laden. U bevindt zich op: Emissie, concentratie en depositie: hoe meten we stikstof in Vlaanderen? Stikstof in Vlaanderen

Emissie, concentratie en depositie: hoe meten we stikstof in Vlaanderen?

Als u over stikstof leest in krantenartikels en online berichten, dan gaat het de ene keer over emissies en dan weer over depositie. Hoe zit dat nu eigenlijk? Wie meet dat, en hoe?

Stikstof: stikstofoxiden en ammoniak

Auto’s, de industrie, landbouwbedrijven,…: ze stoten allemaal stikstof uit. Bij verkeer en industrie gaat het vooral om stikstofoxiden of NOx. In de landbouw gaat het vooral om ammoniak (NH3).

Landbouw goed voor 53% van totale stikstofuitstoot

In 2021 bedroeg de totale emissie van stikstofoxiden in Vlaanderen 33,1 kiloton en die van ammoniak 34,2 kiloton (beide uitgedrukt in stikstof), samen goed voor 67,3 kiloton stikstof. 53% van de totale stikstofuitstoot kwam in 2021 uit de land- en tuinbouw.

Emissie-aangiftes

Hoe we dat weten? Daar gebruikt de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) verschillende bronnen voor. Zo moeten bedrijven elk jaar rapporteren over hun emissies van schadelijke stoffen:

  • De industrie doet dat onder andere via de integrale milieujaarverslagen.
  • Voor de emissies van het wegverkeer gebruikt de VMM een rekenprogramma dat de uitstoot berekent op basis van verkeersgegevens.
  • Voor de emissies van de landbouwbedrijven, gebruikt de VMM een rekenprogramma EmissieModel Ammoniak Vlaanderen (EMAV), met de mestbankaangiftes bij de Vlaamse Landmaatschappij als belangrijkste inputdata.

EmissieModel Ammoniak Vlaanderen

Maar niet alle bedrijven melden hun uitstoot (correct) aan de Mestbank. Daarom zijn er correcties nodig zodat de emissiecijfers zo dicht mogelijk bij de werkelijke uitstoot zitten.

Specifiek voor ammoniak gebruikt de VMM daarvoor het EmissieModel Ammoniak Vlaanderen (EMAV). Dat berekent de uitstoot van ammoniak van mestopslag over mestuitspreiding tot mestverwerking – de hele weg van mest dus. De VMM doet dat op basis van cijfers van de Mestbank, wetenschappelijk onderzoek en allerlei databanken.

Externe en onafhankelijke partijen, zoals het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek waken over de correcte manier van berekenen.

Meer informatie:

Meten en rekenen

Nadat stikstof is uitgestoten, verspreidt die zich in de lucht en mengt stikstof zich met andere stoffen. Hoe worden die concentraties bepaald? Door metingen en berekeningen.

Meetplaatsen

De VMM heeft een honderdtal vaste meetplaatsen voor stikstofoxiden en 18 voor ammoniak. Het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) meet ammoniak op 5 plaatsen. Daarnaast gebeuren er projectmatige metingen. Zo krijgen we zicht op de gemiddelde stikstofconcentratie in de lucht voor heel Vlaanderen.

Weten we dan genoeg? Nee, want veel van onze stikstof waait over naar het buitenland, en stikstof uit het buitenland waait naar hier.

Meer informatie:

Spreiding van de gemiddelde hoeveelheid stikstofdepositie in Vlaanderen in 2020

Stikstof kan met andere stoffen in de lucht reageren, bijvoorbeeld tot fijnstofdeeltjes. En kan weer neervallen op de aarde. Dat ‘neervallen’ noemen we depositie. Luchtvervuiling verspreidt zich over grote afstanden. Ammoniak slaat sneller neer dan stikstofoxiden, zodat er meer ammoniak dicht bij een uitstootbron terechtkomt.

Natte en droge depositie

Stikstof valt uit de lucht in 2 vormen:

  • nat: via regen of sneeuw
  • droog: via de lucht.

Hoe kennen we de depositie? Meten en rekenen

We becijferen de stikstofdepositie onder andere door metingen in het regenwater. Maar vooral door berekeningen. En dat gebeurt voor alle schadelijke stikstofvormen en sectoren samen: de stikstofoxiden (vooral uit transport en industrie) en ammoniak (vooral uit de landbouw).

VLOPS-rekenmodel

De Vlaamse Milieumaatschappij gebruikt daarvoor het VLOPS-model(opent in nieuw venster): een rekenprogramma dat berekent hoe schadelijke stoffen zich in de lucht verspreiden en hoeveel van die stoffen op de bodem, op planten en in water terechtkomen. In dat rekenprogramma zitten de cijfers van de Mestbank, gegevens over het landgebruik, data over het weer en de luchtkwaliteit, buitenlandse data over onder andere stikstof, … Die gegevens worden nog eens vergeleken (‘gekalibreerd’) met meetgegevens.

Wat leert dat VLOPS-model ons voor de situatie in heel Vlaanderen in 2020?

  • 47% van de stikstofdepositie (dus stikstofoxiden en ammoniak samen) komt van buiten Vlaanderen.
  • 44% van de stikstofdepositie komt van de landbouw.

Zicht op lokale stikstofneerslag

Het VLOPS-model leert ons veel over Vlaanderen in het algemeen. Maar lokaal zijn er grote verschillen mogelijk. Om die lokale stikstofdepositie nog beter in kaart te brengen, wordt het Immission Frequency Distribution Model van VITO (IFDM) gekoppeld aan VLOPS. Als we al die kaarten en gegevens combineren, weten we hoeveel schadelijke stikstof er neerkomt op de bodem en in het water valt. Zo kennen we ook de impact van een bedrijf op de natuur.

Meer informatie:

Impactscoretool: bereken uw impact op de Europees beschermde natuurgebieden

Met de impactscoretool berekent u welke impact uw bedrijf heeft op beschermde natuur in de buurt. Die tool maakt dus gebruik van VLOPS-IFDM. Zo berekent u bijvoorbeeld ook of de bouw van een nieuwe stal of de uitbreiding van uw veestapel een impact heeft op de stikstofdepositie in de omliggende natuur.

Naast de impactscoretool bestaat ook de IMPACT-tool(opent in nieuw venster): daarmee berekent u concentraties en deposities van vervuilende stoffen die zich via de lucht verspreiden.

Op welke cijfers baseert de Programmatische Aanpak Stikstof zich?

Als de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) het heeft over bedrijven die een impact hebben op habitatrichtlijngebieden, dan is dat op basis van de depositiegegevens die uit de impactscoretool komen, meer bepaald uit het gekoppelde VLOPS-IFDM-model. Die maakt gebruik van meetgegevens, emissie-aangiftes, weer- en luchtdata, enzovoort.

Voor de opvolging van de PAS kijkt de Vlaamse overheid naar de evolutie van alle cijfers: emissies, concentraties én deposities. Tenslotte is alles met elkaar verbonden.