Gedaan met laden. U bevindt zich op: Publicaties en rapporten over stikstof Stikstof in Vlaanderen

Publicaties en rapporten over stikstof

Toelichting: atmosferische depositie en overschrijding kritische depositiewaarde van stikstof

Op 4 juli 2025 werd in de impactscoretool en IMPACT de VLOPS-achtergronddepositiekaart aangepast van VLOPS24 naar VLOPS25.

De VLOPS25-achtergronddepositiekaart voor totale vermestende stikstofdepositie is alleen nog gebaseerd op anorganische stikstof, en houdt geen rekening meer met organische stikstof. De bijtelling van 2.1 kg N/(ha.jaar) werd geschrapt.

Dat is een gevolg van voortschrijdend wetenschappelijk inzicht gebaseerd op recente metingen en literatuurstudies. VMM maakte daarover de toelichting:

Droge depositiemetingen van ammoniak in twee heidegebieden

Op 20 mei 2025 publiceerde de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) het rapport ‘Droge depositiemetingen in twee heidegebieden (november 2021 – december 2024)(opent in nieuw venster).

  • De aanvoer van stikstof uit de lucht gebeurt door natte en droge depositie: natte depositie gebeurt via regen, droge depositie direct vanuit de lucht.
  • Om de droge depositie van ammoniak te bepalen, meet VMM de concentratie van ammoniak op twee hoogtes en ook de luchtturbulentie (COTAG-methode). Dit gebeurt in twee heidegebieden in Vlaanderen. Dit rapport gaat over de resultaten van november 2021 tot eind 2024.
  • In 2024 is een droge depositie van ammoniak gemeten van 4,3 en 3,1 kg stikstof per hectare per jaar op respectievelijk de Mechelse Heide en de Kalmthoutse Heide.

Rapport ammoniak-emissiemeetcampagne Vlaamse melkveestallen

In opdracht van het Beleidsdomein Omgeving van de Vlaamse Overheid heeft ILVO (Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek) gedurende 1 jaar continue metingen uitgevoerd op 4 traditionele Vlaamse melkveestallen. Het resultaat is een ILVO-rapport, gepubliceerd op 25 maart 2025, met hierin de resultaten van de meetcampagne waarbij ammoniakemissies van 4 melkveestallen bemeten werden.

De verzamelde meetresultaten tonen grote verschillen in ammoniakemissies tussen de bemeten stallen en laten een belangrijk effect zien van het bevuild vloeroppervlak in de stal.

U vindt de samenvatting en het rapport ‘ammoniak-emissiemeetcampagne Vlaamse melkveestallen(opent in nieuw venster)’ op de website van ILVO.

Het Wetenschappelijk Comité Luchtemissies Veehouderij (WeComV)(opent in nieuw venster) en het Administratief Team (AT) zullen dat rapport verder analyseren.

Voortgangsrapport PAS 2024

Het Voortgangsrapport PAS 2024, kortweg VORA PAS 2024, werd gepubliceerd op 24 maart 2025. Het is het eerste in een reeks van rapporten die in het kader van het Stikstofdecreet jaarlijks gepubliceerd zal worden. Het Departement Omgeving maakt die rapportering samen met experts van VMM, VLM, ANB, INBO en VITO op.

Het VORA PAS 2024 onderzoekt:

  • hoe de trend in de stikstofuitstoot en -deposities in Vlaanderen evolueert tussen 2015 en 2022
  • in hoeverre die evolutie op schema zit om de doelstellingen van de Programmatorische Aanpak Stikstof en het Stikstofdecreet te realiseren
  • de toepassing van de drempelwaarden van de beoordelingskaders.

Analyse gebeurt altijd op basis van de meest recente informatie. Het rapport focust op trends en inzichten op stikstofgevoelige natuur binnen de habitatrichtijngebieden (SBZ-H).

De doorwerking van de maatregelen van het Stikstofdecreet kunnen in dit VORA nog niet ingeschat worden. De vastgestelde evolutie in stikstoftoestand en in cumulatieve impact zijn dus het gevolg van autonome ontwikkelingen of van maatregelen die in de betrokken periode reeds toegepast werden. De volgende voortgangsrapporten (vanaf VORA 2025) zullen dieper ingaan op de resultaten van de monitoring en de uitvoering van de bronmaatregelen.

De technisch-wetenschappelijke onderbouwing gebeurde door VITO:

Advies over de herziening van de kritische depositiewaarden voor stikstof voor de Vlaamse habitattypes

De kritische depositiewaarde (KDW) is de maximale hoeveelheid stikstofneerslag die een habitattype verdraagt zonder dat – volgens de huidige stand van de wetenschap – de habitatkwaliteit betekenisvol aangetast wordt. Die KDW’s worden voor Europese ecosystemen bepaald en elke 10 jaar getoetst aan nieuwe wetenschappelijke inzichten. De recentste herziening(opent in nieuw venster) verscheen in 2022.

Op vraag van het Departement Omgeving ging het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) na wat die herziening betekent voor de KDW’s die in het Vlaamse beleid – in het kader van het Stikstofdecreet – gebruikt worden. Het advies werd gepubliceerd in 2024. Voor 44 van de 75 Europees beschermde habitattypes en -subtypes die in Vlaanderen voorkomen, is een aanpassing nodig. Bij 42 types is de KDW lager (dus meer stikstofgevoelig) dan voorheen werd aangenomen. Bij twee andere is de KDW hoger (minder stikstofgevoelig).

Lees het volledige advies van INBO: