Regel 1 - Tussen de delen van een samenstelling
HOOFDREGEL: Schrijf een koppelteken bij klinkerbotsing tussen de delen van een samenstelling.
Een samenstelling is een woord dat bestaat uit twee delen die beide ook zelfstandig kunnen voorkomen (keukentafel = keuken en tafel, ski-jas = ski en jas). Er is klinkerbotsing in de combinaties:
a+a, a+e, a+i, a+u
e+e, e+i, e+u
i+i, i+e, i+j
o+o, o+e, o+i, o+u
u+u, u+i
Deze regel geldt ook voor de -é-.
Regel 2 - Koppelteken voor de duidelijkheid
Schrijf eventueel ook in samenstellingen waarin er geen klinkerbotsing is, een extra koppelteken om de leesbaarheid te vergroten.
Regel 3 - In getallen met -en-
UITZONDERING: Schrijf een trema bij klinkerbotsing in getallen met het element -en-.
Regel 4 - In ongelede woorden, afleidingen, verbogen en vervoegde vormen
HOOFDREGEL: Schrijf een trema bij klinkerbotsing in een ongeleed woord, een afleiding, een verbogen of een vervoegde vorm.
Er is klinkerbotsing in de combinaties:
a+a, a+e, a+i, a+u
e+e, e+i, e+u
i+e
o+o, o+e, o+i, o+u
u+u, u+i
Deze regel geldt niet voor de combinaties i+i en i+j, zoals bij samenstellingen.
Een ongeleed woord is een woord waarin geen enkele samenstelling, afleiding of vormverandering door een uitgang te onderscheiden is (tafel, hygiëne, ladder, snel, wandel). Een afleiding is een woord dat bestaat uit een grondwoord en een of meer voor- of achtervoegsels (onschuldig). Voor- en achtervoegsels zijn delen die niet als afzonderlijk woord bestaan (on- en -ig).
Regel 4.1
UITZONDERING: Schrijf bij drie of meer klinkertekens geen trema op de letter die volgt op een -i-.
Regel 4.2
UITZONDERING: Schrijf geen trema op de eerste letter van -ij- en -ui-.
Regel 4.3
UITZONDERING: Schrijf geen trema in leenwoorden die nog als uitheems beschouwd worden.
Zulke woorden behouden hun oorspronkelijke spelling. Het gaat onder andere om woorden die eindigen op de Latijnse uitgangen -eus en -eum en de Franse uitgangen -ien en -ienne.
Regel 4.4
UITZONDERING: Schrijf -ië- in plaats van -ieë- in afleidingen, verbogen en vervoegde vormen van grondwoorden op -ie als de -ie in de verlengde vorm onbeklemtoond is.
Regel 5 - Voor -achtig
UITZONDERING: Schrijf vóór het achtervoegsel -achtig een koppelteken bij klinkerbotsing.
Dat is het geval in de combinatie a+a. Schrijf eventueel ook in gevallen waarin er geen klinkerbotsing is, een extra koppelteken om de leesbaarheid te vergroten.
Regel 6 - Na Latijnse en Griekse voorvoegsels
UITZONDERING: Schrijf na een voorvoegsel van Latijnse of Griekse oorsprong een koppelteken bij klinkerbotsing.
Het gaat om voorvoegsels zoals a, aero, agro, ambi, anti, archi, audio, auto, bi, bio, co, contra, de, di, dia, duo, elektro, endo, extra, gastro, giga, hecto, hetero, homo, hydro, infra, intra, iso, loco, macro, maxi, mega, meso, meta, micro, mini, mono, morfo, multi, neo, ortho, paleo, para, peri, poly, pre, pro, proto, pseudo, psycho, quasi, re, recta, retro, semi, socio, supra, tele, tera, thermo, topo, tri, ultra, vice. Schrijf eventueel ook in gevallen waarin er geen klinkerbotsing is, een extra koppelteken om de leesbaarheid te vergroten.
Regel 6.1
UITZONDERING: Schrijf een trema bij klinkerbotsing als het woord ongeleed is.
Het woord kan dan niet beschouwd worden als een afleiding met een voorvoegsel van Latijnse of Griekse oorsprong. Coördinatie wordt bijvoorbeeld niet opgevat als combinatie van de betekenissen van co en ordinatie.
Zie ook
Aaneenschrijven - 01. Hoofdregels (los of aaneen, koppelteken of trema)
Aaneenschrijven - 03. Samenkoppelingen (koppelteken)
Aaneenschrijven - 04. Samenstellingen met gelijkwaardige delen (koppelteken)
Aaneenschrijven - 05. Combinaties met eigennamen
Aaneenschrijven - 06. Namen van talen en dialecten
Aaneenschrijven - 07. Getallen, telwoorden en breuken
Aaneenschrijven - 08. Combinaties met cijfers, letters en symbolen
Aaneenschrijven - 09. Combinaties met initiaalwoorden, letterwoorden en verkortingen
Aaneenschrijven - 10. Bijzondere voor- en nabepalingen
Aaneenschrijven - 11. Combinaties met voorzetsels en bijwoorden
Aaneenschrijven - 12. Woordgroepen uit andere talen (behalve het Engels)
Aaneenschrijven - 13. Samentrekking (weglatingsstreepje)
Aaneenschrijven - 14. Vervoegde vormen van samengestelde werkwoorden
Aaneenschrijven - 15. Woordgroep of samenstelling?
Aaneenschrijven - 16. Bijzondere combinaties