Regel 1
Schrijf namen van talen en dialecten die van een aardrijkskundige naam zijn afgeleid, op dezelfde manier als de aardrijkskundige naam.
Regel 2
Schrijf namen van talen of dialecten aaneen als ze niet van een samengestelde aardrijkskundige naam zijn afgeleid.
Hetzelfde geldt voor aanduidingen die een negatieve waardering voor een taal of een manier van spreken uitdrukken.
Regel 2.1
UITZONDERING: Schrijf in zulke namen van talen en dialecten een koppelteken als het linkerdeel van een aardrijkskundige naam is afgeleid.
Zie ook
Aaneenschrijven - 01. Hoofdregels (los of aaneen, koppelteken of trema)
Aaneenschrijven - 02. Klinkerbotsing (koppelteken of trema)
Aaneenschrijven - 03. Samenkoppelingen (koppelteken)
Aaneenschrijven - 04. Samenstellingen met gelijkwaardige delen (koppelteken)
Aaneenschrijven - 05. Combinaties met eigennamen
Aaneenschrijven - 07. Getallen, telwoorden en breuken
Aaneenschrijven - 08. Combinaties met cijfers, letters en symbolen
Aaneenschrijven - 09. Combinaties met initiaalwoorden, letterwoorden en verkortingen
Aaneenschrijven - 10. Bijzondere voor- en nabepalingen
Aaneenschrijven - 11. Combinaties met voorzetsels en bijwoorden
Aaneenschrijven - 12. Woordgroepen uit andere talen (behalve het Engels)
Aaneenschrijven - 13. Samentrekking (weglatingsstreepje)
Aaneenschrijven - 14. Vervoegde vormen van samengestelde werkwoorden
Aaneenschrijven - 15. Woordgroep of samenstelling?
Aaneenschrijven - 16. Bijzondere combinaties
Hoofdletters - 06. Namen van talen en dialecten